Project

Vervolg tapijtschelp

In 2021 heeft WMR in opdracht van LNV een onderzoek uitgevoerd naar de mogelijke bijdrage van Filipijnse tapijtschelpen in de Oosterschelde aan de voedselvoorziening van scholeksters (Haematopus ostralegus) en of de rekenregels voor de voedselreservering kunnen worden aangepast. Uit dit onderzoek is het volgende rapport verschenen: Kamermans & Leopold, 2021 (BO-43-119.01-019).

Op basis van deze rapportage (Kamermans & Leopold 2021) heeft LNV nog een aantal aanvullende vragen:

  1. Uit een recente studie van Goss-Custard & Stillman (2020) zou blijken dat scholeksters óók profijtelijk kunnen foerageren op kokkels, die voorkomen in veel lagere dichtheden dan 50 per m2. Kan de rekenmethode van Goss-Custard & Stillman worden gehanteerd om de voedselreservering te bepalen in plaats van de rekenmethode van Rappoldt met het model Webtics?
  2. In de Oosterschelde komen zgn. gemengde schelpdierbanken voor, die bestaan uit oesters en mosselen. Uit onderzoek in de Waddenzee (Waser et al. 2016) zou blijken dat scholeksters foerageren op gemengde schelpdierbanken met een voorkomen van gemiddeld 6,4 vogels per hectare. Welk onderzoek is nodig een dergelijke waarde voor de Oosterschelde te bepalen zodat deze banken kunnen worden meegenomen in de voedselreservering voor scholeksters?
  3. De Filipijnse tapijtschelp (Tapes philippinarum) heeft zich met succes in de Oosterschelde gevestigd en inmiddels een aanzienlijke biomassa bereikt. Onderzoek in Engeland (Caldow et al. 2007) heeft laten zien dat scholeksters daar inmiddels deze nieuwe soort met succes weten te exploiteren. Of scholeksters ook in Nederland al tapijtschelpen eten, en in welke mate, is nog niet bekend. Welk nader onderzoek is noodzakelijk/gewenst met welke kennisvragen (bv dieetonderzoek) om tapijtschelpen mee te kunnen nemen als aanvullende voedselbron voor scholeksters?
  4. Kan het Grevelingenmeer een bron van tapijtschelpen zijn voor de scholekster of brilduiker?

Dit onderzoek loopt in 2021 en 2022. WMR zal een meeting organiseren met Bruno Ens van Sovon en Kees Rappoldt van Ecocurves BV en op basis hiervan een korte adviesmemo opstellen (vraag 1). Inzet zal zijn te komen tot een advies over de aanpassing van het voedselreserveringsmodel voor de Oosterschelde, dat recht doet aan de veranderende situatie: kleiner wordend plaat-areaal, verschuiving van voedselbronnen en benutting hiervan door de vogels, veranderende aantallen vogels. Daarnaast zal een korte rapportage met de bevindingen van vraag 2, 3 en 4 worden opgesteld.

Publicaties