Nieuws

Het EU-Mercosur handelsakkoord levert Nederland een bescheiden economisch groei met nadelen voor de rundvleessector

article_published_on_label
20 januari 2021

Het handelsakkoord van de Europese Unie (EU) met Mercosur-landen (Argentinië, Brazilië, Paraquay en Uruguay) levert Nederland een bescheiden economische groei op van 287 miljoen euro (0,03% van het BNP), uitgaande van een volledige uitvoering van het akkoord in 2035. Enkele sectoren, zoals de machine, transport- en de farmaceutische industrie groeien, maar de gevolgen zijn negatief voor de vleesvee- en vleeskalverensector.

Dit is de uitkomst van een studie van Wageningen University & Research, die, samen met adviesburo Ecorys, de effecten van het akkoord heeft onderzocht. Dit onderzoek is uitgevoerd naar aanleiding van de motie van Voordewind c.s., die is aangenomen door de Tweede Kamer op 4 juli 2019.

Effecten verschillen per sector

Op sectorniveau zijn er positieve en negatieve effecten voor de Nederlandse economie. De grootste productie- en exporttoename wordt verwacht voor de machine, transportmiddelen en farmaceutische industrie, die al relatief veel uitvoeren naar Mercosur-landen. De productie in de Nederlandse pluimveesector groeit ook enigszins. Dit is niet het gevolg van meer export naar Mercosur, maar omdat de sector in andere EU-landen meer last zal krijgen van concurrentie uit Mercosur; omdat de vraag naar pluimveevlees blijft groeien, kan de Nederlandse sector meer afzetten in de rest van de EU.

Voor de varkensvleessector worden weinig gevolgen verwacht. Er is weliswaar een (klein) tariefvrij importcontingent aan Mercosur toegekend, maar vanwege de huidige verschillen in veterinaire standaarden (bijvoorbeeld EU-verbod op de diervoedertoevoeging ractopamine en dieridentificatie-eisen) wordt niet verwacht dat deze zal worden benut. Zo zal ook toename van de rundvleesimport uit Mercosur naar Europa sterk afhangen van naleving van voedselveiligheids-normen (SPS) in overeenstemming met EU-regelgeving. Ook in de afgelopen jaren heeft het Braziliaanse pluimveevlees niet altijd aan de EU-voedselveiligheidsstandaarden kunnen voldoen. Daarom is de verwachte toename van de export van pluimveevlees van Mercosur naar de EU erg afhankelijk van verdere investeringen in productiemethoden en voedselveiligheidsinspectiesystemen in Mercosur om te voldoen aan EU-regelgeving.

Inkomenseffecten op bedrijfsniveau

Zoals de motie had gevraagd, zijn voor enkele agrarische sectoren de inkomsteneffecten op bedrijfsniveau ingeschat. Varkens- en pluimveebedrijven halen voordeel uit lagere voerprijzen, waardoor voor deze bedrijven de inkomensgevolgen positief zijn. Voor melkveebedrijven en akkerbouwbedrijven zijn deze nagenoeg nul. De gemiddelde inkomens vallen voor de vleeskalveren- en vleesveebedrijven lager uit. Vleeskalverbedrijven gaan gemiddeld 800 euro per bedrijf (2% van het gemiddelde inkomen in 2017-2019) minder verdienen. Dat gemiddelde resultaat wordt vooral bepaald doordat op de grotere bedrijven ook volwassen vleesrunderen worden gehouden, en voor rundvlees daalt de prijs relatief flink. Voor vleesveebedrijven – in Nederland een kleinschalig bedrijfstype met gemiddeld genomen negatieve inkomens – wordt gemiddeld 700 euro per bedrijf minder verdiend.