Interview

Samenwerking met Chinese partners: melk voor elk, maar wel duurzaam

Op academisch niveau samenwerken met China – één van de grootste en meest invloedrijke landen ter wereld – is hoogst interessant, maar roept soms ook vragen op. In deze zesdelige interviewserie ontdekken we hoe die samenwerking precies in elkaar zit en wat het Wageningen én Chinese partners oplevert. Deel 5: Kees de Koning – manager Innovatie van WUR’s Dairy Campus in Leeuwarden.

Zuivel en China, is dat een logische combinatie?

“Ja, inmiddels wel. Er werd in China tot begin deze eeuw weinig zuivel geconsumeerd. In dorpjes stonden bij veel huizen een of twee koeien op de binnenplaats. Dat is nu wel anders. Hoewel er nog wel kleine bedrijven zijn, zijn het nu veelal grote moderne bedrijven met duizenden koeien, tot wel 20.000 in acht stallen, waar de melk direct op locatie wordt verwerkt.”

Chinese delegaties maken kennis met de Nederlandse zuivelindustrie tijdens eerste Dutch Dairy Experience (2014) op de Dairy Campus in Leeuwarden. In het midden Kees de Koning (lichtblauw overhemd) en rechts naast hem professor Li Shengli – directeur van het Sino-Dutch Dairy Development Centre en hoogleraar bij China Agricultural University. Foto: Dairy Campus WUR
Chinese delegaties maken kennis met de Nederlandse zuivelindustrie tijdens eerste Dutch Dairy Experience (2014) op de Dairy Campus in Leeuwarden. In het midden Kees de Koning (lichtblauw overhemd) en rechts naast hem professor Li Shengli – directeur van het Sino-Dutch Dairy Development Centre en hoogleraar bij China Agricultural University. Foto: Dairy Campus WUR

Waarom is zuivel nu wel ‘in’?

“Chinezen nemen graag een voorbeeld aan het westen. Ze menen dat Nederlanders zo lang zijn doordat ze veel melk drinken en zelfs Japanners langer zijn door zuivel: dat wilden zij ook. Begin van deze eeuw besloot de Chinese overheid dan ook te gaan investeren in zuivel en melkvee.

Inmiddels consumeren Chinezen vijftig miljard liter melk per jaar, twintig jaar geleden nog geen acht miljard liter

Ze verplaatsten de kleine boerderijen in dorpjes naar de rand van de stad, waar ze minder stankoverlast bezorgden en efficiënter gerund konden worden.  En er werden grote zuivelbedrijven opgetuigd: denk aan Yili en later ook Mengniu. Inmiddels consumeren Chinezen vijftig miljard liter melk per jaar, dat was twintig jaar geleden nog geen acht miljard liter. ”

Allemaal eigen melk?

“De meerderheid wel, ruim driekwart van de melk komt uit China, met name van de hoogvlaktes in Binnen-Mongolië. De rest wordt uit het buitenland gehaald: van bedrijven als Nestle, Fonterra (Nieuw-Zeelands, red.), FrieslandCampina, maar ook deels via buitenlandse zuivelbedrijven die door Chinese ondernemingen zijn overgenomen.”

Die bedrijven zitten niet dáár?

“Deels wel, maar het is niet zo gemakkelijk om als buitenlands bedrijf daar zelf zuivelfabrieken te bouwen en ook melk van boerderijen te betrekken. Je hebt toestemming van de overheid nodig en Chinese partners die binnen de keten met je willen samenwerken. FrieslandCampina zette daarom vooral in op samenwerking vanuit hun Dairy Development Programma, waarmee ze hun honderdvijftigjarige ervaring inzetten om andere landen te helpen.

Aanvankelijk lag de focus van onze samenwerking op voedselveiligheid: na het melamineschandaal in 2008’

In dat kader klopte ze negen jaar geleden bij WUR aan. Wageningen had toen al goede contacten met de China Agricultural University (CAU) in Beijing en zo ontstond in 2013 het Sino-Dutch Dairy Development Centre, een expertisecentrum waarin wetenschappers van CAU en WUR – waaronder de Dairy Campus waar ik zit - samenwerken en een aantal Nederlandse en Chinese bedrijven uit de zuivelketen.”

Een volgens de laatste technieken ingerichte fabriek van zuivelgigant Yili in Hohhot, Binnen-Mongolië. Foto: Kees de Koning
Een volgens de laatste technieken ingerichte fabriek van zuivelgigant Yili in Hohhot, Binnen-Mongolië. Foto: Kees de Koning

Aan welke kennis is er behoefte in China?

“Aanvankelijk lag de focus van SDDDC primair op voedselveiligheid: je kunt je vast het melamineschandaal herinneren uit 2008. Om het eiwitgehalte op te krikken, werd melanine toegevoegd aan de rauwe melk en kwam op die manier ook terecht in babyvoeding. Chinese consumenten verloren het vertrouwen in de eigen melkpoeder en kochten massaal onze flesvoeding op. Inmiddels zou dat door ingezette controlemaatregelen niet meer kunnen gebeuren en is het vertrouwen in lokaal geproduceerde melk weer grotendeels hersteld.”

Jullie hebben de Chinese melk weer veilig gemaakt?

“Dat hebben ze zelf gedaan, maar wij hebben in Nederland wel veel ervaring met zuivelkwaliteit en kwaliteitsborging. Dat gaat verder dan alleen het voorkomen van toevoegingen aan het eindproduct, maar bijvoorbeeld ook over het voer dat koeien krijgen en geneesmiddelen. Als je koeien antibiotica geeft, dood je ook de melkzuurbacteriën en kun je die melk niet verwerken tot bijvoorbeeld yoghurtproducten.”

Wat heeft WUR aan de samenwerking met Chinese partners?

“Wij hebben ons vanaf het begin gericht op gezamenlijk onderzoek en talentontwikkeling door middel van een PhD-programma. Inmiddels hebben we in SDDDC-verband negen PhD-trajecten opgestart, vijf zijn er afgerond.

Tot een paar jaar geleden lag mest daar gewoon op pleinen te broeien, nu zijn emissies wel een issue’

Waarom is de samenwerking in SDDDC zo succesvol?

“Volgens mij omdat het Sino-Dutch Dairy Development Centre uitgaat van het ‘triple helix model’ dat we in Nederland succesvol hanteren. Die samenwerking tussen wetenschappers, bedrijven en de overheid kennen ze in China eigenlijk niet. De centrale overheid heeft daar veel meer een invloed op wat er in het bedrijfsleven en de wetenschap gebeurt, terwijl juist ook kennis van wetenschappers én de ervaringen in de praktijk zorgen voor verbetering.”

Het vijfjarig bestaan van SDDDC in 2018 in Beijing. Kees de Koning staat met professor Li Shengli boven de vrouw met het feloranje jasje. Foto: SDDDC
Het vijfjarig bestaan van SDDDC in 2018 in Beijing. Kees de Koning staat met professor Li Shengli boven de vrouw met het feloranje jasje. Foto: SDDDC

Maar doet de Chinese overheid dan wel mee aan een overlegmodel als het SDDDC?

“Nee, dat doen ze niet. Maar je weet dat stem van de Chinese overheid wel doorklinkt in de inbreng van Chinese bedrijven en wetenschappers.”

Zijn die wetenschappers waarmee WUR samenwerkt dan wel onafhankelijk?

"Als wij horen dat Chinese wetenschappers dichter tegen de overheid aanzitten dan wij, denken wij al snel dat ze niet onafhankelijk zijn, maar dat is zeker niet het geval. Bij CAU werken zeer goede wetenschappers, internationaal gerenommeerd. SDDDC-directeur Li Shengli is daar hoogleraar en absoluut een autoriteit binnen de Chinese zuivelketen. En al lijkt de relatie tussen de overheid en wetenschap alleen top-down, dat is niet zo: academici brengen met succes hun nieuwe inzichten onder de aandacht bij de overheid en in de vijfjarenplannen.

WUR heeft geen invloed op de groei van de Chinese zuivelmarkt, maar wel op het versterken van duurzaamheid’

Zo zie je dat op die manier ook milieu en duurzaamheid op de agenda komt, waardoor de overheid actie onderneemt tegen bijvoorbeeld milieuverontreiniging door melkveebedrijven. Tot een paar jaar geleden lag de mest daar gewoon op pleinen te broeien en waren emissies geen issue, nu wel.”

Je hoort tegenwoordig vaak: zo min mogelijk zuivel produceren is het duurzaamst. Waarom helpt WUR dan die markt in China juist te vergroten? 

"Ik ben ervan overtuigd dat zuivelproductie en duurzaamheid hand in hand kunnen gaan. Maar ook al denk je daar anders over: feit is dat zuivel booming is in China: babyvoeding, drinkmelk, yoghurtdrankjes. En kaas, voornamelijk voor op de hamburger en pizza. De exclusievere soorten als Grana Padano en Emmenthaler zijn alleen betaalbaar voor kapitaalkrachtige Chinezen, maar ook die groep groeit snel. WUR heeft geen invloed op de groei van de Chinese zuivelmarkt, maar we kunnen wél een rol spelen in het versterken van duurzaamheid. Gezien de omvang van het land is dat een urgente opgave en daar zetten we vol op in.”

Modern Dairy – bedrijf met 20.000 melkkoeien op één locatie in de provincie Anhui. Foto: Kees de Koning
Modern Dairy – bedrijf met 20.000 melkkoeien op één locatie in de provincie Anhui. Foto: Kees de Koning

Hoe zie je effect van de inspanningen van WUR?

“De focus is in acht jaar tijd van voedselveiligheid verschoven naar duurzaamheid. In 2021 heeft SDDDC meerdere webinars georganiseerd, waaronder een over broeikasgassen en een over het belang van biodiversiteit waaraan ook het Wereldnatuurfonds, afdeling China, een bijdrage heeft geleverd.

Onze Dairy Campus geldt in China als een voorbeeld van succesvolle samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen’

Tot voor kort was het aansnijden van deze thema’s ondenkbaar geweest en nu nemen er drie- tot vierduizend Chinezen uit de zuivelindustrie deel aan deze onlinebijeenkomsten. Ik weet niet of ze daar allemaal direct iets concreets mee doen, maar duurzaamheid begint bij bewustwording. Het SDDDC heeft duidelijk de status van denktank bereikt: we worden serieus genomen.”

Hoe nu verder?

“De triple helix-benadering gaat door. Onze Chinese collega’s zijn nu met de Chinese overheid en diverse bedrijven in de voedselsector druk bezig het Jingwa Science & Technology Innovation Center in Beijing op te richten, naar model van onze Dairy Campus in Leeuwarden. Die wordt in China als voorbeeld gezien voor een succesvolle samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen. In het Jingwa Center zullen CAU en WUR met elkaar samenwerken in de volle breedte van de agrifood: van tuinbouw in kassen, tot fruitteelt (perziken, red.) én ook zuivel. Want op al deze terreinen kunnen we elkaar aanvullen in onze zoektocht naar duurzamere en efficiëntere productie.”

Lees meer over de samenwerking

Facts & figures