Nieuws

Dierlijke reststromen verbeteren bodemweerbaarheid

article_published_on_label
23 januari 2013

Dierlijke reststromen, zoals verenmeel en hoefmeel, hebben een positieve invloed op de bodemweerbaarheid. Daardoor veroorzaken aanwezige ziektekiemen geen of weinig schade in een gewas. De eerste proeven met suikerbieten zijn veelbelovend: bij een geringe aantasting door de schimmel Rhizoctonia solani was de suikeropbrengst na toevoeging van sommige reststromen verhoogd.

Bodemweerbaarheid is een belangrijke ecosysteemdienst van de bodem. Bij een hoge bodemweerbaarheid treedt geen of weinig schade op in een gewas, ondanks de aanwezigheid van ziektekiemen.

Weerbaarheid tegen Rhizoctonia

Rhizoctonia solani is een bodemschimmel die wortelrot veroorzaakt in suikerbieten, aardappelen, groente en bolgewassen. De afgelopen jaren is onderzoek gedaan naar maatregelen die de bodemweerbaarheid tegen Rhizoctonia stimuleren. De antagonistische bacteriegroep Lysobacter spp., die van nature in diverse Nederlandse gronden voorkomt, blijkt met de bodemweerbaarheid tegen Rhizoctonia te correleren.

Lysobactersoorten worden gestimuleerd door gist, chitine en diverse dierlijke restproducten, waaronder verenmeel en hoefmeel. Kasproeven laten zien dat jonge suikerbietenplanten minder worden aangetast door Rhizoctonia als dergelijke stoffen worden toegevoegd aan de grond. Dit effect is herhaaldelijk aangetoond in verschillende grondsoorten en herkomsten.

Bodemweerbaarheid
Bodemweerbaarheid

Veldproeven veelbelovend

In veldproeven met suikerbieten heeft IRS in 2012 het effect van een lage dosis hoefmeel, verenmeel of chitine (50 kg/ha toegediend in de rij tijdens het zaaien) getest in een vatbaar en een resistent ras.

Hoewel door weersinvloeden twee proefvelden verloren zijn gegaan en de Rhizoctonia-aantasting gering was, bleek de toevoeging van hoefmeel, verenmeel en/of chitine gunstig. De opbrengst op de enige overgebleven locatie was verhoogd na toevoeging van de reststromen in één of beide getoetste rassen. De antagonistische bacterie werd het meest gestimuleerd door de toediening van hoefmeel. Meer onderzoek op verschillende locaties en met hogere Rhizoctonia-aantastingen is noodzakelijk om inzicht te krijgen in de effecten.

Duurzaam bodembeheer

Dierlijke reststoffen verhogen de potentie van de bodem om ziektes te beheersen. Hierdoor zijn minder bestrijdingsmiddelen nodig en wordt het bodembeheer duurzamer. Deze methode draagt bovendien bij aan het sluiten van kringlopen.

Dit onderzoek is gefinancierd door EZ en SKB en is eind 2012 gepresenteerd tijdens het 24e Nationaal Symposium Bodem Breed in een sessie over Duurzaam bodembeheer in de landbouw.