Nieuws

Biologische bananenteelt ontkomt niet aan Panamaziekte

article_published_on_label
9 november 2023

Een van de belangrijkste teeltgebieden van biologische bananen, de Chira Valley in Peru, wordt stevig geraakt door de gevreesde Fusarium-verwelkingsziekte. Als deze ziekte (ook wel bekend als Panamaziekte) eenmaal aanwezig is op een plantage, kunnen telers tientallen jaren geen Cavendish-bananen of andere Fusarium-gevoelige bananen meer telen. Wageningen University & Research en partners werken daarom op verschillende vlakken aan een oplossing: snelle detectie, nieuwe rassen en nieuwe teeltmethoden.

“In de Chira Valley telen 8.000 kleine boeren zo’n 10.000 hectare biologische bananen. Het gebied produceert 25% van het wereldwijde aanbod van biologische bananen. De aanwezigheid van Tropical Race 4 (TR4) - één van de Fusarium-bodemschimmels die Fusarium-verwelkingsziekte veroorzaken - is daarom heel zorgelijk”, vertelt Gert Kema. Als hoogleraar fytopathologie leidt hij het team dat naar oplossingen zoekt.

Vooralsnog is deze Fusarium-soort niet te bestrijden. Als hij eenmaal toeslaat, gaat het gewas te gronde en is de bodem vele jaren besmet en ongeschikt voor de teelt van bananen. “De variant is begonnen in Zuidoost-Azië, maar heeft zich de laatste tien jaar naar 16 nieuwe landen verspreid”, vertelt hij.

Snelle ontdekking cruciaal

Snelle detectie van nieuwe besmettingen kan de uitbreiding remmen. Eerder al ontwikkelden de Wageningse wetenschappers een snelle veldtest. Binnen een uur is duidelijk of er een besmetting is.

“Nu zijn we bezig met een systeem om risicogebieden in kaart te brengen. De Chira Valley dient daarbij als case study. De enige manier waarop je dit kunt doen, is vanuit de lucht. Het gebied is groot en er zijn delen waar je niet kunt of mag komen. Daarom hebben we in twaalf vluchten met een klein vliegtuig 133.700 luchtfoto’s gemaakt en geanalyseerd”, vertelt de bananenexpert.

Het hele gebied is afhankelijk van één irrigatiesysteem. Daarnaast komen in sommige delen overstromingen voor. Omdat Fusarium via water kan verspreiden, is het daarom kwetsbaar. “We hebben de overstromingsgevoelige gebieden in kaart gebracht en zijn ter plekke monsters gaan nemen. Daaruit bleken al meer dan 200 besmettingen van Fusarium. Dat is heel verontrustend”, zegt Kema.

De telers hebben volgens hem in principe weinig mogelijkheden om de ziekte in te dammen. Ze hakken besmette planten om, maar dat helpt niet genoeg. “Als je het ziet, is het al te laat. Dan is het bijna niet meer in de hand te houden.”

Monocultuur van één ras

Het is een flinke domper dat de ziekte het gebied bereikt heeft. Het gebied is ideaal voor biologische teelt omdat het zo droog is. Daarmee krijgt de andere gevreesde bananenziekte, Black Sigatoka, geen kans. Deze ziekte wordt veroorzaakt door een bladschimmel en zorgt bij gangbare bananen voor een hoog en stijgend gebruik van anti-schimmelmiddelen.

De problemen met beide schimmels worden voor een belangrijk deel veroorzaakt omdat over de hele wereld vooral één ras geteeld wordt: Cavendish. Wageningen University & Research werkt samen met Yelloway, de onderneming van Chiquita, KeyGene en MusaRadix aan de ontwikkeling van nieuwe rassen die weerbaarder of resistent zijn tegen de schimmels. Kema verwacht dat die in 2028 beschikbaar zijn.

Teelt de grond uit

Maar de tijd dringt. Fusarium rukt steeds verder op. “In de Filippijnen zijn inmiddels duizenden hectares afgeschreven. Daar kun je tientallen jaren geen Cavendish meer telen. Zo lang blijft de schimmel in de omgeving aanwezig”, vertelt de hoogleraar.

Er wordt daarom een nieuw teeltsysteem ontwikkeld: bananenplanten in containers met een biologisch substraat. Dat lijkt nu een reële optie te worden voor de zwaar getroffen gebieden. “De teelt uit de grond halen, is een daadwerkelijke oplossing. Het kan zelfs tot productiestijging leiden”, verwacht Kema.