Project

Bijenhouden met Darwin

Varroa-mijten zijn sinds 1982 een plaag voor Nederlandse honingbijen en vormen de grootste uitdaging voor imkers. Een toekomst waarin honingbijen samenleven met varroa-mijten zonder last is dan ook waar de meeste imkers naar toe willen. Om natuurlijke selectie zijn werk te laten doen, werkt Bijen@wur sinds 2007 samen met professionele imkers volgens een protocol. Deze selectie begon met het volledig stopzetten van de varroa-bestrijding in een grote groep volken. Alle volken die het goed doen, mogen in de selectie blijven en bijdragen aan de volgende generatie. De kolonies die tekenen van zwakte vertonen, doen niet mee in de selectie en worden teruggebracht naar een conventioneel beheer voordat ze ineenstorten, om het verlies van de volken te voorkomen.

Het project ‘Bijenhouden met Darwin’ heeft tot doel de kennis die is opgedaan gedurende 15 jaren selectie te delen met de Nederlandse imkers. Ook wordt er onderzoek uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de onderliggende mechanismen van resistentie tegen varroa en mogelijk ook andere belagers van bijenvolken. Tot slot is het belangrijk de gezonde wildlevende populatie honingbijen in Nederland te begeleiden en te volgen. Hoe verloopt de populatiedynamiek en de ontwikkeling van ziekten in deze bijenvolken?

Modules

Het project bestaat uit drie modules.

Module 1 van dit project heeft als doel om verschillende groepen imkers te ondersteunen bij het starten van hun eigen lokale selectielijnen voor varroa-resistentie en meer in het algemeen lokale aanpassingen. Het idee is dat ze deze -na een paar jaar- op verenigingsniveau gezamenlijk kunnen beheren en de selectiegroepen kunnen uitbreiden als ze dat willen.

Module 2 van dit project gaat in op het veronderstelde risico van verspreiding van varroa tussen volken en tussen bijenstanden. Er wordt experimenteel bepaald in welke mate er varroa spillover is vanuit onbehandelde doch gezonde bijenvolken, zodat Nederlandse imkers gegevens krijgen over het risico op verspreiding van varroa vanuit gezonde onbehandelde volken. Het onderzoek richt zich gedragingen van bijen om in meer of mindere mate volk-vreemde bijen tot het volk toe te laten, en de impact hiervan op mijt drift.

Module 3 richt zich op het ondersteunen van een gezonde wildlevende populatie honingbijen in Nederland. Hiervoor zal de levensgeschiedenis van in het wild overlevende honingbijenvolken worden gemonitord. Tevens wordt de ontwikkeling van ziekten zoals virussen gevolgd, waardoor een beeld wordt verkregen van de natuurlijke interacties tussen honingbijen en hun parasieten in het wild.

Het eerste projectjaar in het kort (januari – juli 2023)

In het eerste projectjaar is begonnen met het opbouwen van een netwerk van bijenhouders die lokaal met hun eigen volken aan de slag willen met het opzetten van selectielijnen. Voor module 2 zijn agressieve bijenvolken verzameld om in het tweede projectjaar experimenten mee te doen. Tot slot zijn de wild levende bijenvolken die we volgen geïnspecteerd. Hieruit bleek dat een groot deel nog leeft en de populatie dus in stand blijft. Daarnaast wordt gekeken samen met lokale verenigingen of elders ook populaties gevolgd kunnen worden.