Nieuws

Langetermijnverwachting melkprijs 47 euro

article_published_on_label
25 maart 2024

Voor de komende 8 tot 10 jaar wordt een stabiele marge verwacht in de melkveehouderij. Dit als gevolg van hogere kosten én een hogere melkprijs. De melkprijs wordt ingeschat op 47,- euro per 100 kg melk. Deze is gebaseerd op de prognoses in de EU Agricultural Outlook en op de verwachtingen over de ontwikkeling van de melkprijs in Nederland. Dat stelt het panel Langetermijnprognoses melkveehouderij, bestaande uit financieel deskundigen uit de zuivelsector.

Norm voor melkprijs met 4,00 euro verhoogd, marge blijft gelijk

Het panel heeft nieuwe uitgangspunten en normen vastgesteld voor de langetermijnbegrotingen. De gemiddelde melkprijs tot en met 2034 wordt door het panel ingeschat op € 47,00 per 100 kg melk, inclusief alle contante nabetalingen en toeslagen die tot uiting komen in de kasstroom (exclusief bijschrijvingen, ledenrekening en exclusief 9% btw). Dit is € 4,00 stijging ten opzichte van de verwachte melkprijs die vorig jaar tot stand kwam. Hierbij is rekening gehouden met een krapper aanbod met een opwaarts effect op de prijs, toenemende beleidsdruk tot verduurzaming in verschillende EU-lidstaten (met name milieu-hotspots) en daarmee structureel hogere kosten.

De prognose voor de melkprijs is gebaseerd op de EU Agricultural Outlook van de EU-commissie met daarbij een inschatting over de invloed van de hierin beschreven ontwikkelingen op de melkprijs in Nederland. Belangrijk aandachtspunt is dat het panel verwacht dat in lijn met de opbrengsten ook de variabele en vaste kosten zullen stijgen door o.a. hogere kosten voer, arbeid en rente. Daarnaast zal het inspelen op klimaat-, biodiversiteits- en grondgebondenheidsdoelen naar verwachting ook kostenverhogend werken.

In de langetermijnbegrotingen is het daarom noodzakelijk om met al deze stijgende kosten rekening te houden.

Basis voor begrotingen

Deze normen worden gebruikt bij bedrijfsbegrotingen voor de lange termijn door en/of voor veehouders en bij de beoordeling van diverse bedrijfseconomische- en financieringsvraagstukken binnen de overheid. Het deskundigenpanel bestaat uit vertegenwoordigers van banken, Land- en Tuinbouw Organisatie, accountantsbureaus, ZuivelNL, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO), DLV Advies en Wageningen University & Research.

Bedrijfsspecifieke prognose melkprijs

De wijze waarop sinds enkele jaren de bedrijfsspecifieke melkprijs wordt bepaald, blijkt goed te werken. Deze prijs is gebaseerd op de contante melkprijs die het bedrijf de afgelopen (minimaal) drie jaar ontving. Vervolgens wordt het verschil met de landelijk gemiddelde melkprijs van Wageningen Economic Research (WEcR, zie tabel 1) bepaald. Dit verschil is bepalend voor de afwijking ten opzichte van de norm van € 47,00. Dus een bedrijf dat gemiddeld 1,0 cent per kilo melk minder ontving wordt “doorgerekend” op € 46,00 per 100 kg.

Prognose voerkosten

De voerprijzen zijn verhoogd met 9% wat resulteert in € 37,00 per 100 kg voor luxe brok, € 36,00 voor eiwitrijke brok en € 47,00 voor zeer eiwitrijke brok.

De bedrijfsspecifieke voerkosten kunnen gebaseerd worden op de historie van een melkveebedrijf. Deze kan gelijkgesteld worden aan het gemiddelde van de laatste 3 jaar (2021-2023) minus 5% òf aan het gemiddelde van de laatste 5 jaar (2019-2023) plus 5%.

Veeprijzen

De afgelopen paar jaar zijn de prognoseprijzen voor melkgevende koeien, slachtvee en jongvee verhoogd. Deze worden nu niet gewijzigd. Op melkveebedrijven wordt steeds minder jongvee aangehouden, daarom is de verwachting dat de prijzen voor drachtig en melkgevend gebruiksvee meer en meer zullen bewegen in de richting van de vergoeding voor de opfokkosten van jongvee-opfokkers.

Mestafzet

De kosten voor mestafzet zijn sterk regionaal gebonden, waarbij voldoende mestopslagcapaciteit van belang is. Ook speelt het onderscheid in reguliere afzet en verwerking, omdat verwerking op basis van een mestverwerkingsovereenkomst (MVO) of vervangende verwerkingsovereenkomst (VVO) extra kosten met zich meebrengt.

Voor reguliere afzet van mest kan worden gerekend met 10 tot 25 Euro per kuub afhankelijk van de regionale en seizoen verschillen. Extra kosten voor VVO’s bedragen 1,50 tot 3 Euro per kuub.

Het effect van afbouw van derogatie voor de mestafzetkosten op de lange termijn is lastig te schatten, maar zal een prijsopdrijvend effect hebben.

Rente

De aanbevolen rekenrente voor een periode van 10 jaar ligt tussen de 4,50% en 5,50%. Als er voor een rentevaste periode van meer dan vijf jaar wordt gekozen, kan met de werkelijke rente gerekend worden.

Onderstaande tabel geeft de historische melkprijs van de afgelopen tien jaar weer voor Nederland.

Tabel 1 Ontwikkeling melkprijs in euro's per 100 kg melk (prijzen exclusief BTW)
Jaar WEcR referentie (1) (excl. btw)
2014 41,46
2015 33,20
2016 31,09
2017 39,75
2018 37,45
2019 37,94
2020 35,95
2021 39,33
2022 56,87
2023 47,90 (2)

1) WEcR fabrieksprijs, incl. toeslagen/kortingen & nabetalingen, exclusief toevoegingen ledenrekening

2) Betreft de raming

De normen en de uitwerking worden gepubliceerd in ‘Kwantitatieve Informatie Veehouderij 2024-2025’, een uitgave van Wageningen Livestock Research die begin september verschijnt.