Project
Beschikbaarheid potgrondconstituenten 2030
Een brede coalitie van beleid, de potgrond- en substraatsector, een NGO en (eind)gebruikers*, heeft een convenant ondertekend waarmee de milieu-impact van groeimediagebruik vanaf 2025 stapsgewijs wordt verlaagd. In 2050 geeft het gebruik van substraten in de keten geen negatieve milieu-impact, is CO2-neutraal, en bestaat voor minimaal 90% uit hernieuwbare grondstoffen.
In het convenant zijn doelen voor 2025, 2030 en 2050 gespecificeerd. Voor 2030 is afgesproken dat voor de professionele markt de doelen nog worden gespecificeerd in deelmarkten en hoeveelheden. Dit moet gebaseerd worden op onderzoek naar een realistisch haalbare percentage hernieuwbare grondstoffen.
Het doel van het project:
Leveren van onafhankelijke informatie over betrouwbare schattingen van:
a) de huidige gebruikte volumes van potgrondconstituenten en de technisch bij de eindgebruiker mogelijke toename van gebruik tot eind 2030,
b) de mogelijk als potgrondconstituent te gebruiken en beschikbare volumes van hernieuwbare grondstoffen die al een rol kunnen spelen in de periode tot eind 2030.
En:
c) in het proces worden alle convenantspartijen gehoord en betrokken bij het verzamelen van de informatie en schattingen van het verslag, om zodoende tot een zo breed mogelijk gedragen rapport te komen.
*De partijen van het convenant “Milieu-impact potgrond en substraten” zijn: het ministerie LNV, het ministerie KE, de VPN, LTO-Nederland vakgroep Paddenstoelenteelt en vakgroep Bomen, Vaste planten en Zomerbloemen, Glastuinbouw Nederland, Plantum, Tuinbranche Nederland, de BVOR, de VGB, VBN, de NFO, RHP, RPP, en Stichting Turfvrij.