Nieuws

'Geen melkplas na afschaffing melkquotum'

article_published_on_label
31 maart 2015

De afschaffing van het melkquotum zorgt voor angstbeelden, zoals een nieuwe melkplas en boterberg. LEI-onderzoeker Roel Jongeneel verwacht dat de werkelijke gevolgen beperkt zullen zijn.

Onderstaand artikel is verschenen in Resource - 31 maart 2015

Vanaf morgen is het melkquotum officieel geschiedenis. Deze regeling begrensde hoeveel melk een boer mag produceren. Tegenstanders maken zich nu grote zorgen over het ontstaan van nieuwe overschotten van melk en boter die het quotum moest voorkomen. ‘In de praktijk zie ik die niet zo snel ontstaan’, zegt Roel Jongeneel, DLO-onderzoeker bij LEI Wageningen UR. Staatssecretaris Dijksma van landbouw kwam gisteren met een ontwerp voor een maatregel die de ‘grondgebondenheid’ van de melkveehouderij officieel regelt. Wanneer een boer met een mestoverschot zijn bedrijf wil laten groeien moet hij voor die uitbereiding grond bijkopen.

De staatssecretaris heeft dus al voor afschaffing ingegrepen. Zal de melkproductie toch toenemen?

‘Ik denk dat we een stevige toename gaan zien. Mijn schatting is zo’n 15 tot 20 procent ten opzichte van 2014 in de komende tien jaar. Ondanks die groei zullen we nog steeds minder koeien hebben dan in 1983 vlak voor het quotum werd ingevoerd. De totale melkproductie zou wel eens hoger uit kunnen komen dan toen. Koeien zijn veel productiever geworden.’

Gaat dit ook zorgen voor schaalvergroting in de melkveehouderij?

‘Er was al een voortgaande schaalvergroting, zelfs al die jaren dat het quotum bestond. Door het plan van de staatssecretaris is er grond nodig om verder uit te bereiden. Dat zal de groeisnelheid mogelijk iets vertragen, maar het proces zal wel doorgaan.’

Gaat afschaffing de melkprijs negatief beïnvloeden?

‘Het extra aanbod zal de prijs wat naar beneden drukken. Maar ik denk dat die daling in 2015 en 2016 rond de 5 procent zal zijn en dat de prijs daarna aantrekt. We gaan in Nederland namelijk wel meer produceren, maar over de hele Europese Unie valt de productiegroei mee. Ondertussen groeit de wereldwijde vraag naar zuivelproducten door. De prijsreductie valt dus mee.

‘Het is wel zo dat de volatiliteit toeneemt. Afgelopen jaren is de prijsondersteuning afgebouwd; de Europese Unie koopt minder zuivelproducten zoals boter en melk op en exportsubsidies worden al jaren niet meer toegepast. De Europese markt is daardoor sterker gekoppeld aan de wereldmarkt, waar de prijzen flink fluctueren. Wanneer de prijzen een tijdje erg laag worden kan het voor bedrijven die veel geld hebben geleend problematisch worden hun betalingsverplichtingen na te komen.’

Bron: www.resource.wageningenur.nl / tekst: Rob Ramaker