Persbericht

‘Boslandbouw’ ondersteunt duurzame ontwikkeling

article_published_on_label
16 oktober 2014

Bomen in het boerenland en akkerland in het bos. Liefst 43 procent van het wereldwijde landbouwareaal valt onder de categorie ‘boslandbouw’. De combinatie van land- en bosbouw geeft nieuwe inzichten die de wereld verder kunnen helpen in haar ontwikkeling naar duurzaamheid, zegt prof.dr. Meine van Noordwijk bij de aanvaarding van het ambt van buitengewoon hoogleraar Agroforestry aan Wageningen University op 16 oktober.

Bosbouw en landbouw zijn altijd gescheiden domeinen geweest met een eigen beleid, instellingen, onderwijssystemen en eigen wetenschappelijke disciplines. De achterliggende gedachte was dat een eigen domein het beste resultaat zou opleveren voor beide gebieden. Toch is er een onbekende maar substantiële verbintenis, zegt prof. Meine van Noordwijk in zijn inaugurele rede ‘Agroforestry as plant production system in a multifunctional landscape’. “We moeten ons realiseren dat op 43 % van het landbouwareaal in de wereld bomen staan die voor minstens 10 % de bodem bedekken. Het gaat dus om een landbouwareaal ter grootte van een continent. Dit is een opmerkelijk gegeven omdat deze landbouwgrond ook als bos geclassificeerd zou kunnen worden, aangezien de ondergrens waarop men een gebied nog als bos bestempelt, eveneens op 10 % ligt”, aldus prof. Meine. Deze landbouwgebieden zijn vaak relatief dicht bevolkt: circa een derde van de plattelandsbevolking woont er.

Bos en landbouwgebied in één

Landbouw in gebieden met tien of meer procent boombedekking rekent men daarom tot de agroforestry, ‘boslandbouw’ met een aantal bijzondere eigenschappen. Zo creëert een boomrijk landbouwgebied een verkoelende schaduw. Uit onderzoek blijkt dat op het heetste van de dag de temperatuur ca. 2 graden Celsius lager is, terwijl we ons, terecht, zorgen maken over een opwarming van de aarde opwarmt met twee graden bij een zich verder ontwikkelend broeikaseffect. “Dit verkoelend effect is nog niet serieus meegenomen in de discussie over landbouw en klimaatverandering”, zegt prof. Van Noordwijk.

Bomen verhogen landbouwopbrengsten

Daarnaast creëren de bomen een nivellerend microklimaat, waarin gewassen bescherming vinden tegen extreme weer- en klimaatcondities waardoor de kans op oogstverliezen vermindert. Bovendien herbergen bosschages en houtwallen een hogere biodiversiteit met onder meer insecten die voor bestuiving van gewassen zorgt en - zoals onlangs bleek – juist van gewassen die veel micronutriënten zoals vitamine A, ijzer en folaat bevatten. Ook als leverancier van vruchten, timmer- en brandhout vervullen bomen op landbouwarealen een dienst aan de regionale economie.

Herintroductie van boslandbouw

In veel westerse en tropische landen zijn veel bossen gekapt. In sommige landen wordt er tegenwoordig weer bos aangeplant. “Deze landen zijn inmiddels het bostransitiepunt gepasseerd”, zegt prof. Meine van Noordwijk. Maar de biodiversiteit van de nieuwe aanplant is veel geringer dan de oorspronkelijke begroeiing waar de natuur 100.000 boomsoorten in stand hield. “Toch kan bij iedere bevolkingsdichtheid (van 10 tot 5000 inwoners/km2) of bij elke bosdichtheid (10 – 90% bedekking) een omslagpunt naar nog meer bos worden gemaakt,” zegt de Wageningse hoogleraar. “Het succes van het bosbeleid zal liggen in de kunst om de functionele relatie met boeren en de hun markt te doen opleven. Omgekeerd ligt het succes van het landbouwbeleid in deze gebieden in het vermogen om de relatie die boeren hebben met bomen nieuw leven in te blazen,” aldus prof. Van Noordwijk.

De leerstoel van prof. Van Noordwijk wordt gefinancierd door het World Agroforestry Centre (ICRAF), deel van het internationale landbouwkundig onderzoek.