Nieuws

‘Bij ecologische problemen is vrijwel altijd sprake van een machtsstrijd’

Published on
15 juli 2016

De strijd tegen neushoornstropers is steeds gewelddadiger. De oplossing zit echter niet in de inzet van meer drones, speurhonden, geweren en helikopters, aldus Libby Lunstrum, universitair hoofddocent bij het Centrum voor Vluchtelingen Studies aan de Universiteit van York en een van de sprekers op de conferentie PE-3C (Political Ecologies of Conflict, Capitalism and Contestation) van Wageningen UR. Het gaat om sociaaleconomische structuren en ongelijkheid. “Bij ecologische problemen heb je altijd te maken met machtsrelaties”, zegt Stasja Koot, als onderzoeker van Wageningen UR betrokken bij politieke ecologie.

Het verhaal van Lunstrum maakte veel indruk op Koot. “De strijd tegen wild life crime is steeds meer gemilitariseerd. Landen formeren complete legers en daar spelen bedrijven handig op in met gespecialiseerde apparatuur en wapens. Natuurlijk vind ik ook dat neushoorns beschermd moeten worden, maar je kunt je afvragen hoeveel geld en mensenlevens dat mag kosten. Meer aandacht voor de relatie van politiek ecologische problemen en de rol van geweld is daarom belangrijk.”

Botswana heeft een beleid van ‘shoot to kill’. Mensen die in natuurbeschermingsgebieden lopen worden door park rangers al snel als stropers gezien. Ook als mensen besjes zoeken om te eten, of naar huis wandelen, kunnen ze per ongeluk worden neergeschoten. “Dat is al regelmatig gebeurd”, aldus Koot. “Dat is veel geweld om de dieren te beschermen. Het ironische is dat maatregelen vaak niet helpen. Je krijgt misschien meer stropers te pakken maar er staan altijd nieuwe klaar. De oplossing zit niet in meer geweld, het gaat om sociaaleconomische structuren en ongelijkheid.”

Wetenschap met een statement

Bij politieke ecologie gaat het om de machtsrelaties en verhoudingen tussen bedrijven, staat en bevolkingsgroepen, bijvoorbeeld bij de ontginning van grondstoffen, landkwesties, wild life crime en toegang tot water voor landbouw. “Bij ecologische problemen is vrijwel altijd sprake van een machtsstrijd met belangenverstrengeling”, zegt Koot. “Ons consumptiegedrag richt elders in de wereld schade aan. We weten het, in de globalisering zijn die verbanden zichtbaar, maar het is vaak moeilijk te overzien welke belangen er allemaal spelen.”

Wetenschap mag volgens Koot best een statement maken. “Vanuit Wageningen UR kun je niet enkel kwantitatief denken. De slogan is niet voor niets ‘For quality of life’. Als politiek ecologen kijken we naar de context om te achterhalen om wiens kwaliteit het gaat. En wat betekent dat dan eigenlijk: kwaliteit? Je kunt onderzoeken hoe je meer melk uit een koe kunt halen en dan kijken naar de politieke actie. Wie is de eigenaar van de koe? En wie profiteert het meest van de extra melk?”

Win-winsituaties bestaan niet

Zelf deed Koot eerder onderzoek bij de Bosjesmannen in Namibië. Hij keek naar ecotoerisme en ontwikkelingsprojecten waar zij in terecht waren gekomen, en wat de gevolgen daarvan zijn voor lokale machtsrelaties. “De strubbelingen zijn vooral: wie krijgt de banen en welk land gaan we gebruiken? Win-winsituaties bestaan niet, is mijn ervaring. We leven nu eenmaal in een wereld die is gebaseerd op machtsrelaties en politiek.”

Vrolijk word je niet van dit soort onderzoek. Koot, lachend: “Klopt, maar ik vind het interessant om inzicht te hebben in wat er achter de schermen gebeurt. Het is niet makkelijk als je inzoomt op de arme mensen in Bangladesh waarvan de akkers overstromen door klimaatverandering, of als je kijkt naar de erbarmelijke omstandigheden in kledingfabrieken. Wij moeten nu keuzes maken voor hun kleinkinderen. Het moeilijke is: Bangladesh is ver weg en de kleinkinderen zijn er nog niet. Het is belangrijk om kritisch te blijven kijken naar verhoudingen.”

Mondiaal verhaal met wereldwijde cases

De conferentie PE-3C (Political Ecologies of Conflict, Capitalism and Contestation) van 7 tot en met 9 juli ging over het mondiale verhaal, met wereldwijde cases uit Latijns-Amerika en Zuidoost-Azië tot Afrika. Zes leerstoelgroepen van Wageningen UR hebben de conferentie samen georganiseerd. “Hierdoor was het heel divers, we hadden niet één boodschap maar willen wel de problematiek onder de aandacht brengen. Ik vond het goed om te zien dat er veel jonge mensen op de conferentie waren, ook uit ontwikkelingslanden. Het is belangrijk dat zij meepraten. Je kunt ideeën hebben over Tanzania maar dat heeft niet zoveel zin als er geen Tanzanianen bij zijn.”

Een panel over de rol van hekken vond Koot ook fascinerend. “Ik werk veel in Afrika, waar rijke boeren met veel koeien vaak hekken neerzetten waardoor arme mensen niet meer naar hun land kunnen. Soms zijn deze hekken niet legaal, maar ze worden niet weggehaald. Het gaat allemaal om macht en je moet dus een relatie aangaan met machtige hekkenplaatsers. Ik vind het een interessant fenomeen dat mensen die oorspronkelijk geen eigenaarschap van land kennen hekken zijn gaan plaatsen.”

Echte verandering teweegbrengen

Koot zegt van zichzelf een positief persoon te zijn, maar hij is ook realistisch en kijkt naar wat haalbaar is. “Op de conferentie hield een van de sprekers een pleidooi dat we ook onrealistisch moeten durven zijn. Dan ben je idealistisch. De ongelijkheid tussen arm en rijk is de oorzaak van veel problemen. Het is de vraag hoe je ongelijkheid kunt indammen. Juist met politieke ecologie kun je echte verandering teweegbrengen.”