Persbericht

Duurzaamheid ontbrekende schakel in onderwijs

article_published_on_label
16 december 2015

Het reguliere onderwijs is bijna volledig gericht op het versterken van de economie en gaat grotendeels voorbij aan de hedendaagse duurzaamheidskwesties. Daardoor missen jongeren het noodzakelijke basisdenken om wereldwijde problemen, zoals over voedselzekerheid, biodiversiteit of grondstoffenschaarste het hoofd te bieden. “We moeten jongeren opleiden en uitrusten met competenties die hen in staat stellen de wereld te verduurzamen,” zegt prof.dr.ir. Arjen Wals, persoonlijk hoogleraar Transformatief leren voor sociaalecologische duurzaamheid in zijn intreerede aan Wageningen University op 17 december.

Het bestaande onderwijs is gericht op het versterken van het economisch potentieel van goederen en diensten, op effectiviteit en efficiëntie. “Dit zijn componenten van de sector profit, (lees: economie) in de drie-eenheid people, planet, profit. Maar de beide sectoren people en planet ontbreken in het onderwijsstelsel”, zegt prof. Arjen Wals in zijn rede: ‘Beyond unreasonable doubt – Education and learning for socio-ecological sustainability in the anthropocene’. “Daarom is een heroriëntatie op het onderwijs nodig, meer aandacht voor de mens en de aarde.”

Kinderen moeten in het nieuwe onderwijsstelsel competenties ontwikkelen die hen in staat stellen het handelen van de mensheid te wegen in termen van duurzaamheid, waarbij zij niet eenzijdige de focus leggen op de economie, maar een geïntegreerde beeld creëren inclusief leefbaarheid en ecologie. Want het gaat niet alleen om de mens, het gaat om alle plant- en diersoorten en ecosystemen, zegt de Wageningse hoogleraar.

Onzekerheid met duurzaamheid

“We zijn er met milieueducatie de afgelopen veertig jaar niet en ook de laatste twintig jaar via duurzaamheidsonderwijs niet in geslaagd om jongeren een algemene maatschappelijke betrokkenheid bij te brengen”, zegt prof. Wals. Dat komt onder meer door de verwarring die optreedt door tegenstrijdige berichten waarbij het opgeven van de ‘oude economie’ vanwege vervuiling of hun bijdragen aan klimaatverandering, de lokale economie zou schaden, met alle bedreigingen voor bijvoorbeeld inkomen en werkgelegenheid. De twijfel die de politiek en onderwijs binnensloop ontaardde veelal in het routinematige behouden van het ‘goede slechte’ boven het met overtuiging omarmen van het onzekere ‘nieuwe goede’.

Ondanks onzekerheid is echter duurzaamheidseducatie en -onderwijs mogelijk, zeker voor wat betreft milieuproblemen die goed in kaart zijn gebracht. De competenties voor duurzaamheid  zijn veelsoortig en breed en vereisen dan ook nieuwe hybride leeromgevingen die in tijd, plaats en interacties wisselen en waarbij de grenzen tussen disciplines, generaties, culturen, instellingen en sectoren vervagen. Daartoe moeten scholen worden gecreëerd die duurzaamheid ‘ademen’, zegt prof. Wals. Dat is een centrale uitdaging voor het onderwijsonderzoek van de toekomst.