Impact story

Wetenschap voedt beleid voor duurzame maatschappij

Het is één ding om duurzame doelen te stellen voor Europa, maar hoe worden die een realiteit? Een belangrijk ingrediënt zijn heldere afspraken en beleid. Wageningen University & Research draagt bij aan normen en plannen op basis van wetenschappelijk onderzoek.

Onderzoek van Wageningen University & Research (WUR) maakt nieuwe Europese normen mogelijk, bijvoorbeeld op het gebied van duurzame materialen. Een norm is een vrijwillige afspraak, zoals tussen producenten en de EU en kan bijvoorbeeld gaan over welke materialen ‘biobased plastics’ genoemd mogen worden. Om zo’n onderscheid mogelijk te maken, beschrijft de norm ook de procedures, omstandigheden en tijdsduur waarmee een ‘biobased’-gehalte moet worden getest. Precies zulke procedures en tests komen voort uit onderzoek van WUR.

Die meetmethodes rondom biobased plastics zijn namelijk mede-ontwikkeld door Maarten van der Zee, senior onderzoeker bij Wageningen Food & Biobased Research. Die zijn nu onderdeel van Europese Normen, zoals bijvoorbeeld EN 16640 en EN 16785-1. De methode werkt als volgt. Planten bevatten een beetje van het zeldzame radioactieve koolstofisotoop-14 en aardolie niet. Op basis daarvan kun je materialen dus van elkaar onderscheiden: een plastic dat het isotoop niet bevat, is van fossiele oorsprong. Zo wel, dan is het een duurzamer, alternatieve plastic, op basis van organisch materiaal.

Onderzoek voor een duurzame visvangst

Om bij te dragen aan duurzamer beleid, geven wetenschappers van WUR ook adviezen. Om de visvangst te verduurzamen bijvoorbeeld. Zo willen beleidsmakers weten hoeveel er van een vissoort gevangen kan worden zonder die soort in gevaar te brengen. In het kader van twee grote fora, het ICES (International Council for the Exploration of the Seas) en de SPRFMO (South Pacific Regional Fisheries Management Organisation), berekenen de wetenschappers van Wageningen Marine Research een advies.

Daar komen veel gegevens bij kijken. Een deel daarvan komt uit de visserij zelf: alle landen van waaruit op een bepaalde soort gevist wordt, dragen daarover data af. Daarnaast maken wetenschappers onderzoeksreizen om informatie te verzamelen. Samen met een schatting van de geboorte- en de natuurlijke sterftecijfers komen onderzoekers tot een visbestand (hoeveel vis er is) en een visserijdruk  (wat de impact van de vangst is op het bestand) – per soort, natuurlijk.

Op basis van die overzichten geven de wetenschappers een advies: de maximale duurzame oogst. Binnen de EU, door de visserijministers van alle lidstaten, wordt dit advies gebruikt om vast te stellen hoeveel vissen er van een bepaalde soort gevangen mogen worden door Europese vissers.

Natuur in een nieuw perspectief

Duurzaam beleid is gebaseerd op duurzame ideeën. Om tot die ideeën te komen, moet ons perspectief soms radicaal veranderen. De wetenschappers van WUR’s Environmental Sciences Group hadden zo’n nieuwe visie. Hun vraag: hoe zou Nederland er in 2120 uitzien als natuur en maatschappij samenwerkten? Dat idee vormde namelijk de kern van hun visie op Nederland. De verschillende delen van de maatschappij én de natuur, zoals landbouw, economie, stedelijke ontwikkeling en biodiversiteit, klimaat en water, moet je benaderen als een verbonden geheel. Zo worden de uitdagingen van bijvoorbeeld klimaatverandering, biodiversiteistverlies, duurzame energie en toerisme samen één samenhangend vraagstuk.

Uiteindelijk kwam de ‘Nederland 2120’ visie ook terecht bij de beleidsmakers op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Onderzoekers werken samen met partijen in het veld aan diverse vervolgprojecten die de visie verder uitwerken en in de praktijk brengen. Onder meer voor de provincie Noord-Brabant ontwikkelden wetenschappers een zogenaamd ‘klimaatrobuust’ toekomstbeeld van het kenmerkende beekdalenlandschap. Daarin zetten ze uiteen op welke manieren de provincie en de gemeenten met het landschap zou kunnen samenwerken in het licht van klimaatverandering en welke perpectieven dat biedt voor landbouw, natuur, veiligheid en wonen.

Wetenschappers van de WUR dragen dus zowel met nieuwe ideeën, duurzame adviezen en innovatieve wetenschap bij aan de duurzame toekomst die nu moet worden gemaakt.