Showcase

Computermodellen meten gevolgen drukke Noordzee

Windparken, zeewierteelt en drukke vaarroutes: het wordt steeds drukker op de Noordzee. Modelleurs van Wageningen University & Research onderzoeken wat de gevolgen hiervan zijn op zeezoogdieren, als zeehonden, dolfijnen en walvissen. Ze nemen de energiehuishouding van bijvoorbeeld walvissen onder de loep.

Bedrijven bouwen enorme windparken op zee, soms in combinatie met zeewierteelt. Zeezoogdieren hebben hierdoor steeds minder ruimte om ongestoord naar eten te zoeken, te rusten en hun jongen groot te brengen. Ook kunnen ze rond windmolenparken mogelijk minder voedsel vinden zoals zoöplankton of vis. “Zoöplankton en vissen eten algen. Maar de palen van de windmolens veranderen de stroming van het zeewater. Hierdoor zijn minder voedingsstoffen en licht beschikbaar voor de algen”, legt ecoloog Jaap van der Meer uit. “Daarnaast verdringt zeewier algen omdat zeewier dezelfde voedingsstoffen gebruikt. Als er minder algen zijn kunnen zeezoogdieren minder voedsel vinden. En dat kan gevolgen hebben voor hun energiehuishouding.”

Als er minder algen zijn door windparken op zee, kunnen zeezoogdieren minder voedsel vinden

Energiemodellen

De onderzoekers bestuderen wat de gevolgen van zulke veranderingen zijn voor de groei, overleving en reproductie van zeezoogdieren. Hiervoor maken ze individu-gebaseerde computermodellen van populaties zeezoogdieren. Hierin laten ze bijvoorbeeld walvissen groeien, voedsel eten en doodgaan. Ook voegen ze informatie toe over de veranderingen op de Noordzee zoals de bouw van windmolenparken. Deze modellen maken gebruik van onderliggende energiemodellen. “Zo hebben we aan de hand van bekende data zoals de groeisnelheid uitgerekend hoeveel zuurstof walvissen gebruiken voor hun groei. Hieruit blijkt dat het energieverbruik van walvissen niet hoger ligt dan dat van landbouwdieren zoals koeien”, vertelt Van der Meer. “Walvissen zijn dus niet heel veel energie uit voedsel kwijt om zichzelf warm te houden in het water. We denken dat dat komt omdat een walvis goed geïsoleerd is met zijn dikke blubberlaag. Als we klaar zijn met het maken en analyseren van de computermodellen weten we beter wat dit soort ‘regels’ in de energie-huishouding van zeezoogdieren betekent voor de gevolgen van alle veranderingen op de Noordzee.”

Ik hoop dat andere onderzoekers deze modellen zullen gebruiken, bijvoorbeeld om de energiehuishouding van koeien of planten te omschrijven

Volgens Jaap van der Meer zijn de modellen straks te gebruiken voor het omschrijven van de energiehuishouding van alle organismen. “Ik hoop dat andere onderzoekers deze modellen gebruiken als bouwsteen voor andere individu-gebaseerde populatiemodellen, bijvoorbeeld om de energiehuishouding van koeien of planten te omschrijven. Uiteindelijk, als we nog veel meer data hebben verzameld, weten we wat de veranderingen op de Noordzee voor gevolgen hebben voor zeezoogdieren. Dan kunnen we beleidsmakers helpen bij het maken van keuzes: waar en hoeveel windparken en zeewierfarms kun je het beste bouwen in de Noordzee.”