Longread

Rennen voor klimaat: "Marathon is metafoor voor klimaatcrisis"


Samen met een team van tien andere klimaatwetenschappers liep klimaatexpert Tim van Hattum zaterdag 9 september de Jungfrau marathon in Zwitserland. Ze vroegen met hun deelname op een unieke en positieve manier aandacht voor de urgentie van de aanpak van de klimaatcrisis, met een duidelijke boodschap: It's not too late to run for Climate.

Als je vanaf de gletsjer de Rijn volgt tot aan de Noordzee in Nederland, welke gevolgen van klimaatverandering zie je dan in en om de rivier? En welke oplossingen zijn er? In aanloop naar de marathon stelden we Tim negen brandende vragen.

Afbeelding van WhatsApp op 2023-09-08 om 10.36.25.jpg

Waarom meteen één van de zwaarste marathons ter wereld?

Ik ben ontzettend blij dat we met een positief, enthousiast team gaan lopen zaterdag. Deze marathon, midden in de Alpen, laat direct één van de gevolgen van klimaatverandering zien, waar wij ook in Nederland, als ‘eindpunt’ van de rivier, de consequenties van gaan voelen: de gletsjers smelten steeds sneller met gevolgen voor de beschikbaarheid van zoet water, waterkwaliteit en biodiversiteit. Ik zie de marathon als een metafoor voor de klimaatcrisis: een steil parcours, obstakels, het uiterste vragen, offers brengen en een enorme tijdsdruk. Hoe langer we er over doen, hoe steiler en zwaarder het parcours wordt. Maar, om in beeldspraak te blijven, het resultaat is er in beide gevallen naar: de marathon finishen en een leefbare planeet voor iedereen.

De belangrijkste boodschap is dat het nog niet te laat is om in actie te komen. Als we op grote schaal naast technologische, vooral natuurlijke oplossingen inzetten, kan grote schade voorkomen worden. Veel natuurlijke oplossingen zijn al voorhanden. Er is een wereldwijde radicale systeemverandering nodig om onomkeerbare gevolgen te voorkomen. Maar dan moeten we wel snel zijn.

De marathon is niet geheel toevallig in klimaatgevoelig gletsjergebied. Als er meer ijs smelt, wat heeft dat dan voor consequenties?

We weten dat rond het jaar 2100, dus over een kleine 80 jaar, de helft van de gletsjers wereldwijd verdwenen is bij een opwarming van 1,5 graden. En dat is dan nog bij het beste klimaatscenario. Als we zo doorgaan als nu, met de internationale afspraken die we hebben gemaakt op de 2,7 graden, dan zal circa 70 % verdwijnen. Dit heeft grote gevolgen voor de watervoorziening (drinkwater en landbouw) voor 2 miljard mensen wereldwijd die dicht of benedenstrooms van gletsjers wonen.

Daarnaast heeft het grote gevolgen voor biodiversiteit en het welzijn van mensen, door bijvoorbeeld lange perioden van droogte of overstromingen.

Zie jij een top 3 voor de gevolgen voor zoetwater?

De Rijn ontspringt in de Alpen. Als je een druppel zou volgen vanaf de bron tot aan de monding in de Noordzee zie je onderweg allerlei gevolgen van klimaatverandering. Ook in Europa verdwijnen de gletsjers in hoog tempo. Ten eerste heeft dat consequenties voor de waterstand in de Rijn, en dus bijvoorbeeld voor de scheepvaart en drinkwatervoorziening. Het KNMI constateert dat niet eerder in het verleden Alpengletjers zo snel smolten als in de zomer van 2022. Niet bepaald een record om trots op te zijn.

De tweede consequentie is dat op de langere termijn de beschikbaarheid van water in het voorjaar en de zomer steeds schaarser wordt. Precies in de periode dat de landbouw veel water nodig heeft om voedsel te produceren. Dat brengt risico's met zich mee voor de voedselzekerheid.

Als laatste zijn we ook afhankelijk van andere landen die stroomopwaarts liggen. Als die besluiten om bijvoorbeeld dammen te bouwen om water vast te houden, dan heeft dat grote gevolgen voor de natuur en de landbouw stroomafwaarts. Het is daarom essentieel om op Europees niveau per stroomgebied (of ecoregio) een lange termijnvisie te maken. Op 20 september presenteren we in Brussel Europa 2120, een schets die ter inspiratie dient om het belang van natuurlijke ('nature based') oplossingen voor de toekomst van Europa te benadrukken.

 Door de rivier de ruimte te geven, geef je ook de riviernatuur de ruimte.
Door de rivier de ruimte te geven, geef je ook de riviernatuur de ruimte.

Weersextremen vergroten de kans op overstromingen. Hoe zorgen we dat gebieden aan oevers niet onderlopen?

In perioden dat het heel hard regent moet de Rijn in één keer heel veel water afvoeren. In Nederland zijn wij gewend aan technologische oplossingen als dijkversterking, ophogen van dijken of het komende water ‘afsluiten’ met bijvoorbeeld de Deltawerken of andere sluizen. Met de Wageningse visie 'NL2120, een natuurlijke toekomst', waarin we een beeld schetsen over hoe Nederland er over 100 jaar uit kan zien, geloven we juist in het geven van meer ruimte aan de rivieren. Daar zijn in Nederland trouwens al heel mooie voorbeelden van, maar we zouden dat op veel grotere schaal moeten doorvoeren. Overigens zal het vaak een combinatie van technologische en natuurlijke oplossingen zijn. En eigenlijk moet je dit niet alleen voor Nederland doen, maar voor het hele stroomgebied van de Rijn. De kracht zit ‘m in het bekijken van het hele systeem en denken op de lange termijn. Wat we voor Nederland hebben gedaan, willen we nu dus ook op Europees niveau doen.

We moeten zorgen dat we water gaan vasthouden, benutten, bergen en afvoeren. In plaats van andersom, zoals we nu doen.
We moeten zorgen dat we water gaan vasthouden, benutten, bergen en afvoeren. In plaats van andersom, zoals we nu doen.

Droogte vormt een risico voor de natuur. Hoe zorgen we dat de natuur water krijgt in tijden dat het nodig is?

Dat kan door natuurgebieden in te zetten als natuurlijke klimaatbuffers. Je moet gebieden veel natuurlijker gaan inrichten, gaan kiezen voor ‘nature-based oplossingen'. Je kunt natuur juist gebruiken om water vast te houden. Bij rivieren en zijtakken is het gebied vaak ingericht als landbouwgebied. Boeren willen droge grond die ook net vochtig genoeg is voor de voedselproductie. Met slootjes en drainagesystemen wordt het water nu nog zo snel mogelijk afgevoerd. Maar met afvoeren gaat kostbaar water verloren, dat je veel beter kunt ‘vasthouden’ door sloten te dempen en natuurlijke buffers te creëren. Daar mag het ook best overstromen en drassig zijn, dat is heel goed voor de natuur en biodiversiteit. Door landbouwgrond weer te herstellen en vruchtbaar te maken neemt het vochtvasthoudend vermogen toe. Een natuurlijke oplossing is de druppel water zoveel mogelijk vasthouden waar die valt! Dan het water benutten en bergen (bijvoorbeeld in wetlands), en pas als er een te grote hoeveelheid water komt deze afvoeren. Nu doen we dat precies andersom en wordt het vaak zo snel mogelijk afgevoerd. Daarmee zijn we hele gebieden aan het uitdrogen.

Met het afvoeren van water zijn we hele gebieden aan het uitdrogen.
Met het afvoeren van water zijn we hele gebieden aan het uitdrogen.

Is landbouwgrond ook geschikt om water vast te houden?

Er is veel discussie over de bodem als buffer om water vast te houden. Onze landbouwbodems hebben we niet alleen uitgedroogd door water steeds af te voeren, maar we putten deze ook uit door zoveel mogelijk voedsel te produceren en kunstmest en bestrijdingsmiddelen te gebruiken. Met kunstgrepen houden we die ‘levend’ terwijl, als je organische stoffen in de bodem brengt (bijvoorbeeld door gewasresten te laten liggen), je een bufferende maatregel creeert. Als het hard regent buffert een gezonde bodem veel beter. Bovendien houdt deze ook beter koolstof vast en is dus gunstiger voor het klimaat.

Wageningse onderzoekers houden zich nadrukkelijk bezig met klimaatslimme landbouw en regeneratieve landbouw, de wereldbevolking op een milieuvriendelijke, duurzame manier van voldoende en gezond voedsel voorzien. Sneller smeltende gletsjers gaan zorgen voor een ander rivierenpatroon. Water afvoeren moet niet meer prioriteit nummer 1 zijn. Je kunt aanvullend kiezen voor technologische oplossingen als drones die het vochtgehalte van de bodem in beeld brengen of de waterbehoefte van gewassen, of slimme irrigatie toepassen, maar eigenlijk begint alles bij een gezonde bodem.

Steden willen zich verder uitbreiden, maar de beste plekken om te bouwen zijn in het verleden al ‘vergeven’: hoog en droog, op plekken met kleine kans op overstromingen.
Steden willen zich verder uitbreiden, maar de beste plekken om te bouwen zijn in het verleden al ‘vergeven’: hoog en droog, op plekken met kleine kans op overstromingen.

Kunnen stedelijke gebieden zich (blijven)uitbreiden langs de rivier?

Door klimaatverandering en de kans op hogere rivierafvoeren laait ook de discussie over verstedelijking langs de rivieren op. Steden willen zich verder uitbreiden maar de beste plekken om steden te bouwen zijn in het verleden al ‘vergeven’: hoog en droog, op plekken met kleine kans op overstromingen. En we zijn steeds meer aan het afzakken naar niet geschikte plekken. De overheid wil bijvoorbeeld in de regio Arnhem-Nijmegen, de plek waar de Rijn Nederland binnenkomt, 40.000 woningen gaan bouwen. In onze Wageningse visie 'Arnhem 2120 - zo kan de Nederlandse stad er over 100 jaar uit zien' stellen we ter discussie of dat wel een verstandig besluit is. Je zou voor nieuwe woonwijken moeten zoeken naar de hoger gelegen gebieden. De rivierdelta is een waardevol ecosysteem, dat versterkt en ingezet moet worden voor een natuurlijke inrichting. Die ruimte voor de rivier botst met zaken als woningbouw. Dit wordt een belangrijke discussie de komende jaren.

Wat is het effect op de natuur in en rond de rivier bij klimaatverandering?

De riviernatuur staat er op dit moment heel slecht voor. Door o.a. landbouw in de uiterwaarden, hoge onttrekking van water, slechte waterkwaliteit, vervuiling en het inperken van ecologische gebieden door dijken, dammen en sluizen. Dat heeft allemaal bijgedragen aan afnemende ecologische kwaliteit van de rivier.

De rivier fungeert als een verbinding, als een ecologische corridor. Dus ook die moet van bron tot monding op grote schaal natuurlijker ingericht worden. Met ruimte voor de rivier creëer je een groter en diverser natuurgebied, zowel in de rivier als op de oevers. Ook aan het einde van de Rijn, bijvoorbeeld bij de Haringvlietsluizen, is het belangrijk om ecologische waardevolle zoet-zout overgangen tussen rivier en zee te herstellen. Als we naar de bron van de Rijn gaan, de Eigergletsjer in de Alpen, dan zie je dat recent onderzoek uitwijst dat onder de terugtrekkende gletsjers nieuwe, hele waardevolle ecosystemen ontstaan. Dat is op zich natuurlijk heel positief, maar deze nieuwe habitats voor planten en dieren worden nog niet beschermd, dus daar moet extra aandacht voor komen.

Wat zijn de consequenties voor de rivier als het zeewater stijgt?

Door zeespiegelstijging veranderen rivierdelta’s van vorm, met gevolgen voor biodiversiteit, scheepvaart, overstromingsrisico’s en beschikbaarheid van zoet water. In Wageningen wordt onderzoek gedaan naar hoe deze mechanismen elkaar beïnvloeden en hoe duurzame waterwegen ontworpen kunnen worden.

De meest waardevolle en diverse natuur zit vaak op gradiënten, overgangen waar het niet heel zoet of heel zout is maar waar het bij elkaar komt. Met onnatuurlijke barrieres als de deltawerken zijn de zoet/zout gradiënten verdwenen. De discussie wordt of we bij zeespiegelstijging onze hele kust opnieuw moeten gaan inrichten. Deltares heeft daar een aantal scenario’s voor bedacht (zeewaarts gaan bouwen, meebewegen en de kust beschermen). Meebewegen is het scenario waar wij vanuit Wageningen voor pleiten, zoals met onze visie NL2120. Als we het zeewater een beetje toelaten krijgen we meer verzilting en meer kansen voor de natuur. Maar dat is tegelijkertijd ook een bedreiging voor de drinkwatervoorziening en de landbouw. De komende decennia zal ook deze discussie gevoerd moeten worden en zullen de voors en tegens van al deze scenario’s afgewogen moeten worden.

- Het social media element kan niet getoond worden - controleer uw instellingen