Longread

In houtskool geschetst: hoe WUR in 2050 CO2-neutraal is


Van warmtepompen, zon en wind tot isolatie, LED-verlichting en energieneutrale nieuwe gebouwen. De contouren voor een CO2-neutrale energievoorziening bij WUR worden duidelijk zichtbaar in de Houtskoolschets Energietransitie WUR 2050.

Een voor een presenteren de Nederlandse universiteiten hun routekaarten om een CO2-neutrale energievoorziening te hebben in 2050. Dat is immers wettelijk verplicht. Aan de Houtskoolschets Energietransitie WUR 2050 valt op dat het niet het eerste groene WUR-plan is. Nee, het is een vervolg op plannen die in de afgelopen tien jaar al enorm veel opleverden en waarbij de hele organisatie een belangrijke rol speelt.

Zo begon in 2020 het stapsgewijs aansluiten van campusgebouwen op de WKO-ring, waarbij verwarming en koeling met warmte- en koude-opslag gebeurt. Dat scheelt uiteindelijk 75 procent van het gasgebruik op Wageningen Campus dat nu nog jaarlijks ruim 3 miljoen kuub bedraagt.

Duurzaamste universiteit ter wereld

De houtskoolschets past binnen WUR-strategie op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Op de MVO-agenda staan de thema’s die de stakeholders van WUR belangrijk vinden. Dat gaat om zeventien maatschappelijke thema’s, waarvan vijf milieuthema’s: afval, circulariteit, duurzame energie, duurzame mobiliteit en klimaatadaptieve omgeving.

CO2-reductie en omgaan met klimaatverandering zijn belangrijke doelstellingen uit de WUR-plannen voor deze thema’s. Niet voor niets voert WUR al sinds 2017 de wereldwijde duurzaamheidsranglijst van universiteiten aan. WUR-energiecoördinator Wouter van Leeuwen merkt in de organisatie dat veel mensen het echt wíllen, de energietransitie. 'Wij zijn als organisatie hier al lang mee bezig en daardoor al echt ver.'

In de grafiek is de CO2 emissiereductie te zien van 2005 tot 2050.
In de grafiek is de CO2 emissiereductie te zien van 2005 tot 2050.

Zo moet elk kantoorgebouw vanaf 2023 energielabel C of beter hebben. 'Bij WUR is dat al zo, doordat binnen eerdere Meerjarenafspraken energie-efficiëntie (MJA) met de overheid al flink werk is gemaakt van bijvoorbeeld isolatie en zuinige verlichting.' In een grafiek die Van Leeuwen opnam in zijn houtskoolschets, is zichtbaar hoe zulke maatregelen binnen die 'MJA's' de energie- en gasbehoefte flink naar beneden deden knikken. Net als de windmolens die WUR in Flevoland liet bouwen.

Realistisch en technisch haalbaar

Anno 2022 gebruikt WUR nog ongeveer 60.000 MWh aan elektriciteit en zo'n 6 miljoen kuub gas. Dat is vergelijkbaar met het verbruik van 13.000 woningen, een flink dorp. In de grafiek hierboven is te zien dat dat nog flink moet dalen om een CO2-neutrale energievoorziening te bereiken in 2050. Van Leeuwen: 'Het eindpunt is conform de wet, wij gaan in dit plan niet sneller dan de EU-afspraken. Dat is oké, want op deze manier is het realistisch en technisch haalbaar.'

In de houtskoolschets vulde Van Leeuwen zijn eigen expertise aan met die van adviseurs, collega’s en de leden van de stuurgroep energiezorg. Globaal komt het erop neer dat WUR minder energie nodig heeft door energiezuinige gebouwen, aardgasloos wordt, blijft inzetten op duurzame energieopwekking uit wind en zon en zo een totale energiereductie realiseert van 72% in 2050 ten opzichte van 2005.

In de grafiek is te zien welke maatregelen WUR in de jaren tot 2050 heeft opgenomen in de houtskoolschets energietransitie.
In de grafiek is te zien welke maatregelen WUR in de jaren tot 2050 heeft opgenomen in de houtskoolschets energietransitie.

Buiten de campus veel te winnen

De bescheiden term 'houtskoolschets' suggereert dat het plan niet in beton is gegoten. Dat klopt, er zijn veel onzekerheden. Van Leeuwen bracht in een overzichtelijke pagina bijeen welke maatregelen nog onzeker zijn, zoals emissievrije auto's en vooral tractoren, en welke zeker doorgaan. Veel van de zekere maatregelen, zoals zonnepanelen op daken, zijn al ingezet. Alle genoemde maatregelen komen aan bod, maar het is nog niet duidelijk hoeveel elke maatregel bij kan dragen.

Een nieuwe maatregel die zeker doorgaat, is de verduurzaming van WUR-locaties buiten de campus: vooral kassen en boerderijen. Daar verwacht Van Leeuwen maar liefst ruim 10.000 MWh aan energie te kunnen besparen, waarbij energie een optelling van gas en elektra is. Dat is 10 procent van het totale huidige WUR-verbruik. Dit jaar zoekt Van Leeuwen per locatie uit wat de mogelijkheden zijn, medio 2023 starten de eerste aanpassingen.

Soms kleine stapjes, soms in één keer van 100 naar 0

De locatie WBVR in Lelystad laat zien dat je niet altijd meteen hard aan de slag kunt om energieverbruik aan te pakken. Van Leeuwen: 'Voor WBVR hebben we tot 2034 een contract met het ministerie van LNV, voor die tijd is het niet rendabel om de dure gasketels te vervangen. We onderzoeken daarom nu de mogelijkheid om klimaatneutrale nieuwbouw te realiseren in 2035. Soms is het beter om in één keer een grote stap te zetten en soms is het beter om een heleboel kleine stapjes te zetten.'

Zo wordt op de campus het Nexus-gebouw gesloopt. Mogelijk volgen op termijn ook andere gebouwen, of ze worden verkocht. 'Vroeger zat WUR in de stad op de Dreijen. Sommige van die panden zijn al gesloopt, sommige staan op de nominatie en zijn nu tijdelijke studentenhuisvesting.'

Behalve met de overheidsregels, gemeenten en zo'n LNV-contract dat er nu eenmaal is, heeft WUR ook te maken met de grillige energiewereld. 'Het energiesysteem verandert', zegt Van Leeuwen. 'Windmolens en zonneparken op land roepen weerstand op, grote aantallen zonnepanelen kunnen op een zonnige dag voor netcongestie zorgen, maar tegelijkertijd willen we van het gas af. Dat laatste verhoogt de elektriciteitsbehoefte weer, net als steeds meer elektrisch rijden dat doet. We kunnen daarop inspelen door te investeren in bijvoorbeeld energieopslag en verbruik waar mogelijk te spreiden. Het is mooi als we achter onze energiemeter zelf energie opwekken en die in tijden van overcapaciteit kunnen opslaan. Dan voorkomen we netcongestie én gebruiken we meer stroom die gegarandeerd groen is opgewekt.

Terugverdientijd tot twaalf jaar

In welke vorm energieopslag binnen WUR gangbaar wordt, is volgens de houtskoolschets nog niet bekend. Hiervoor is nog nader onderzoek nodig. Dat hangt bijvoorbeeld af van ontwikkelingen in de verschillende technieken van energieopslag. Zo is het met meer plannen, maar het organisatiebrede energiezorg-en managementsysteem houdt voortdurend de ontwikkelingen in de gaten en stelt het beleid waar nodig bij. Binnen WUR vindt ook vierjaarlijks de wettelijk verplichte energie-audits plaats. Het is verplicht om maatregelen met een terugverdientijd onder de vijf jaar uit te voeren, maar binnen WUR gebeurt dat ook met maatregelen met een langere terugverdientijd: tot twaalf jaar.

Uit de audit van 2020 kwam naar voren dat de grootste reductie in CO2-emissies en gasverbruik is te behalen door op de campus en op de buitenlocaties cv-ketels en boilers te vervangen door een alternatief (445 ton CO2-emissiebesparing), betere isolatie (236 ton) en luchtbehandelingskasten met warmteterugwinning (186 ton). Die laatste maatregel scheelt ook 1.726 MWh aan elektraverbruik. LED-verlichting is ook nog niet overal toegepast: die kan nog maar liefst 1.420 MWh elektriciteit besparen. Dit alles gebeurt grotendeels in 2022.

Wat kost dat allemaal?

En wat kost dat allemaal? De vier hierboven genoemde maatregelen kosten volgens de schets 15,7 miljoen euro, waarvan 9,6 miljoen voor rekening komt van de LED-verlichting. Eigenlijk verwacht Van Leeuwen dat zeker die laatste kostenpost flink minder hoog wordt door centraal in te kopen. Daarnaast besparen deze investeringen natuurlijk ook energiekosten, al zijn die door de grillige markt niet precies te beramen. Wat volgens Van Leeuwen voorop staat: 'We focussen op duurzaam, maar de leveringszekerheid is net zo belangrijk. We moeten wel onderzoek kunnen blijven doen. Uitval van bijvoorbeeld vriezers en laboratoriumapparatuur is geen optie, en het moet betaalbaar zijn.'

De kern van energiemanagement is de samenwerking met de energiezorgteams en kenniseenheden, benadrukt Van Leeuwen. Zij doorlopen voortdurend de plan-do-check-act-cyclus om de energie-efficiëntie te vergroten. Ook benoemt hij herhaaldelijk dat het een gezamenlijke, organisatiebrede inspanning is en dat initiatieven van alle kanten en op elk gebied welkom zijn. 'Ik kreeg van de Raad van Bestuur de vraag of ik wind boven zon stelde of andersom, maar dat is niet het geval. We sluiten niets uit, we hebben alles nodig.'

De oorlog in Oekranië heeft het perspectief op de energietransitie en onze afhankelijkheid van aardgas volledig veranderd. Het urgentiebesef voor het verminderen van ons energieverbruik is toegenomen en het kabinet heeft begin april de energiebesparingscampagne ‘Zet ook de knop om’ gelanceerd. Dit heeft ook consequenties voor WUR en de uitvoering van de houtskoolschets. Zo worden bijvoorbeeld activiteiten die direct tot energiebesparing leiden eerder uitgevoerd of waar mogelijk versneld. Lees ook het eerder geplaatste nieuwsbericht hierover: