Nieuws

Basis gelegd voor Nederlandse sierduiven in genenbank

article_published_on_label
21 september 2023

Het Centrum voor Genetische Bronnen Nederland (CGN) heeft tussen april en augustus 2023 sperma van vijf Nederlandse sierduivenrassen ingevroren, om deze rassen veilig te stellen voor de toekomst. Hiermee is een basis gelegd voor het behoud van de Amsterdamse Baardtuimelaar, Gelderse Slenk, Hagenaar, Nederlandse Hoogvlieger en de Helmduif.

Deze rassen worden volgens de richtlijnen van de FAO als ‘kritiek’ of ‘bedreigd’ beschouwd. Daarom is het belangrijk dat het sperma wordt opgenomen in de diergenenbank van het CGN.

Spermawinning

Het winnen van het sperma had wisselend succes. Helaas levert niet iedere poging om sperma te winnen iets op. Van de 25 doffers waren er vijf waarbij geen enkele poging iets opleverde. Van de overige doffers varieerde de kans op een geslaagde invriespoging tussen de 3,5 en 64%. In totaal zijn er nu 517 rietjes ingevroren.

In deze grafiek wordt het aantal geslaagde invriespogingen per doffer in oplopende hoeveelheden weergegeven.

Het totale aantal ingevroren rietjes per doffer varieert daardoor ook sterk. Van de bovengenoemde rassen zijn respectievelijk 104, 50, 180, 97 en 86 rietjes ingevroren.

In deze grafiek wordt het aantal ingevroren rietjes per doffer weergegeven.

Dat het bij sommige doffers nooit of maar af en toe lukt om sperma te winnen, wil niet zeggen dat ze onvruchtbaar zijn. Met name als ze ‘verliefd’ zijn op een andere duif (dit kan ook een andere doffer zijn), zijn ze meestal niet bereid hun sperma te doneren. Echter, wanneer zo’n doffer de kans krijgt om een duivin op de natuurlijke manier te dekken, zijn de eitjes meestal gewoon bevrucht.

Kwaliteit

Het gemiddelde volume sperma dat per duif gewonnen kon worden varieerde tussen de 1 en 20 µl.

Hoewel we niet van elk monster het exacte aantal zaadcellen hebben geteld, weten we dat zo’n ejaculaat wel 1 miljard zaadcellen kan bevatten, misschien zelfs wel meer.

Het percentage motiele zaadcellen voorafgaand aan het invriezen was 63,5%, variërend tussen de 25 en 85%. Na invriezen lag het gemiddelde percentage motiele zaadcellen op 30,6%, variërend tussen de 12,5 en 47,5%.

Hoe verder

Deze groep mocht weer naar huis, omdat doorgaan alleen meer van hetzelfde zou opleveren. Dit wil echter niet zeggen dat we voldoende rietjes hebben waarmee deze vijf rassen zijn veiliggesteld voor de toekomst. Onze gouden regel is dat je minimaal van 25 onverwante dieren minimaal 50 inseminatiedoses per dier moet bewaren, om het ras in geval van uitsterven terug te kunnen fokken. Daarnaast waren in deze groep niet alle kleurslagen van elk ras vertegenwoordigd.

In oktober gaat het CGN van start met een nieuwe groep doffers van vier à vijf andere Nederlandse duivenrassen. Er schuift dan ook een masterstudent van Wageningen University & Research aan, die de morfologie en andere kwaliteitsparameters van de zaadcellen van verschillende duivenrassen gaat bestuderen.