Project

Preventie van bodemverdichting in de akkerbouw

Bodemverdichting wordt gedefinieerd als verdichting en vervorming van de bodemstructuur, gewoonlijk als gevolg van mechanische spanningen. De kans op bodemverdichting in de akkerbouw is hoog, doordat er relatief veel teelten zijn met  late oogstmomenten en zware machines. De verdere intensivering van de landbouw heeft als gevolg dat de gebruikte landbouwmachines groter worden en dat er onder ongunstige (natte) omstandigheden moet worden geoogst.

Dit kan ertoe leiden dat er op nog meer plaatsen bodemverdichting gaat optreden. Dit heeft tot gevolg dat bewortelbaarheid van gewassen afneemt en er bij droogte oogstschade optreedt. Bij het ombuigen van de trend van voortdurend toenemende verdichting van de ondergrond naar een trend met meer herstel en wellicht zelfs lagere dichtheden, moet men zich ervan bewust zijn dat veel grondsoorten niet of erg moeizaam herstellen. Dit maakt dat preventie het allerbelangrijkste is bij het voorkomen van verdere bodemverdichting.

De verantwoordelijkheid voor de preventie en het opheffen van bodemverdichting ligt op dit moment volledig bij de landgebruiker. Het huidige economisch perspectief voor de agrarische sector met lage marges en de hoge prijs voor landbouwgrond (en hoge pachtprijzen) laat weinig ruimte om bodemverdichting te voorkomen of te herstellen. Andere teelten en andere bewerkingswijzen leveren minder kans op bodemverdichting maar zijn economisch weer minder aantrekkelijk. Dit brengt bodemverdichting in een veel breder perspectief waarbij de oplossingen niet alleen vanuit de landgebruiker zou moeten komen maar vanuit meerdere stakeholders.

Kennisniveau

In dit project wordt het kennisniveau over de gevolgen van bodemverdichting en de mogelijkheden om dit te voorkomen verhoogd zodat men weet wat de gevolgen van bodemverdichting zijn en weet wat de alternatieven zijn en hoe deze toe te passen. De doelgroepen zijn akkerbouwers, loonwerkers, studenten en grondeigenaren. Het verhoogde kennisniveau gaat ertoe leiden dat er andere keuzes gemaakt kunnen worden ten aanzien van bewerkings- en oogstmomenten, inzet van machines en teelten. Hiermee wordt een verdere verdichting van de Nederlandse ondergrond voorkomen en blijft de productie van de akkerbouw op niveau en worden de gevoeligheid voor wateroverlast en droogte beperkt.

Publicaties