Project

Monitoring van de habitatkwaliteit tbv ANLb

Monitoring van ANLb richt zich tot dusver op de aantallen van de doelsoorten. Het primaire effect is evenwel beïnvloeding van de habitatkwaliteit. Dit project richt zich op het ontwikkelen van een monitoringssystematiek hiervoor. Voortbouwend op het in 2019 en 2020 ontwikkelde concept wordt dit jaar de volgende stap naar de praktijk gezet.

De monitoring van het agrarisch natuurbeheer richt zich tot dusver met name op het in beeld brengen van de abundantie (aantallen) van de doelsoorten: een essentieel onderdeel om op de lange termijn uitspraken te kunnen doen over de effectiviteit van het agrarisch natuurbeheer. Ook de ontwikkeling van de arealen aan verschillende beheervormen wordt veelal gemonitord/bijgehouden door de collectieven.

De stap die tussen het beheer en de populaties van de doelsoorten inzit de habitatkwaliteit - wordt momenteel niet systematisch gemonitord. Dit terwijl de habitatkwaliteit het meest directe resultaat is van het gevoerde beheer en een belangrijke bepalende factor vormt voor de trends van de doelsoorten.

Het doel van voorliggend project is om te verkennen of het mogelijk is om een systematiek te ontwikkelen waarmee de habitatkwaliteit op eenvoudige wijze kan worden gemeten. Het achterliggend doel van het overkoepelende project bestaat uit;

  • Beter zicht op de relatie tussen het gevoerde beheer en het resultaat in termen van de habitatkwaliteit, zodat verbeterpunten ten aanzien van het gevoerde beheer aan het licht komen;
  • Meer inzicht in de habitatkwaliteit op gebiedsniveau, zodat de ruimtelijke samenhang van het gevoerde beheer kan worden gemaximaliseerd;

Voortbouwend op de uitwerking van een in 2019 en 2020 ontwikkeld concept van de monitoringssystematiek wordt in dit project de volgende stap naar de praktijk gezet. Hiertoe wordt  gewerkt aan de volgende 4 doelen:

1) de ontwikkeling van een GIStool waarmee overzichten van habitateisen voor een gebied naar keuze kunnen worden gemaakt
2) verkenning van mogelijkheden voor het gebruik van van remote sensing , bijvoorbeeld voor het inventariseren en classificeren van landschapselementen, 3) het vinden van de juiste (betrouwbaar en toegankelijk) methodiek voor het meten van de insectenstand als voedselbron voor boerenlandvogels en
4) een oplossing voor moeilijk kwantificeerbare habitatkenmerken zoals de ruimtelijke samenhang van verschillende habitatonderdelen

Draagvlak voor een dergelijke systematiek bij de beheerders/collectieven is essentieel. De verschillende activiteiten worden zoveel mogelijk in samenspraak met BoerenNatuur/collectieven gedaan. Hiertoe wordt tijdens de aanloop van het project (begin 2021) in gesprek te gaan met BoerenNatuur en de collectieven, waarbij invulling wordt gegeven aan de exacte invulling van het werkplan.

Publicaties