Inspirerende mensen @WUR: Inge Wallage

“Wij vinden het ongemakkelijk om critici te omarmen. Critici geven geen kritiek om de kritiek. Ze willen iets meegeven aan de organisatie, because they care. Hoe vaak gebeurt het niet dat je tijdens een vergadering een suggestie doet of iets oppert en dat je achteraf in de wandelgangen pas bijval krijgt. Steun elkaar en plein public.”

Wageningen University & Research zet zich in voor inclusie, diversiteit en gelijke kansen, omdat wij ervan overtuigd zijn dat dit bijdraagt aan beter onderzoek en beter onderwijs. Inge Wallage, directeur Corporate Communicatie & Marketing, reageert in dit interview op vragen over diversiteit en inclusie.

Inclusie

Kan jij 100% jezelf zijn bij WUR?

Nee, een deel van wie ik ben laat ik niet zien. Ik ben extravert en heb best uitgesproken ideeën die, volgens sommigen, kunnen grenzen aan extremen. Hier moet het allemaal wat meer ingetoomd. Ik geloof in de werking van de natuur, de jaargetijden, de kracht van de zon en de maan en de kracht van kruiden. Een menstype dat de auteur Susan Smit omschrijft als heks. Dat komt niet overeen met de wetenschappelijke wereld hier.

Maar ik heb politicologie gestudeerd en een master Communicatiewetenschappen gedaan aan de UvA en ik geloof in waar de WUR voor staat en in de mogelijkheden die mijn functie biedt om grenzen te verkennen. Ik herken anderen die ook niet altijd binnen de lijntjes kleuren. Samen kunnen we wat betekenen voor de organisatie. Natuurlijk pas ik mij ten dele aan, en ik weet dat het wijs is dat je niet altijd alles kunt laten zien op elk moment. Ik ben mij zeer bewust van de ander en heb respect voor wie ze zijn en voor hun mening.

In het bedrijfsleven en in de campagnewereld werd ik meer uitgenodigd om mijn mening te geven over de inhoud. Hier gaat het vaak om een goed verhaal en dito foto. Wanneer onze functie echt onderdeel is van de organisatiestrategie, dan kunnen we beter bijdragen en dat is hier wel lastig. De stelling ‘dienend aan het primaire proces’ leerde ik in het begin van mijn werken bij WUR kennen, maar we zijn toch allemaal hard nodig? Iedereen draagt met hun taken en verantwoordelijkheden bij aan deze organisatie.

Wij hebben vaak mooi beleid op papier, maar de werkelijkheid is nog niet zo.

Je hebt in het buitenland gewerkt en in Nederland, ook bij internationale bedrijven. Zie jij grote verschillen op het gebied van D&I?

Greenpeace kent veel nationaliteiten en is enorm kleurrijk. Als organisatie was het daar veel diverser en inclusiever, maar toch zag je bij de succesvolle vrouwen in de organisatie veel alpha male behaviour jammer genoeg.

Bij de International Water Association in Londen was een bewust en goed HR-beleid voor D&I. Daar werd er voor bepaalde functies pro-actief geworven voor een zo divers mogelijke organisatie. En daar was ook budget voor. Daar kunnen wij nog wat van leren.

In Engeland kon ik trouwens zonder problemen de full-time werkende moeder zijn met haar kinderen op de crèche. Ik heb in Engeland voor Motorola gewerkt. Daar was veel mogelijk. Toen ik terugkwam van zwangerschapsverlof kreeg ik promotie. Hoe mooi is dat?! Ik had een full-time baan, maar van mijn baas kreeg ik de vrijheid om mijn tijd naar eigen behoefte in te delen. Gelukkig had ik ook een partner die het belangrijk vond dat ik carrière maakte.

In Nederland kreeg ik voortdurend vragen hoe ik dat deed met de kinderen en mocht ik mijn kinderen niet meer dan drie dagen en niet aaneengesloten bij een bepaalde crèche brengen. Hierdoor werd ik wel activistischer. In het buitenland is het makkelijker om carrière te maken als vrouw – en zeker als werkende moeder - dan in Nederland. In Noorwegen bij Statoil werkt bijna iedereen standaard tot 16.00 uur. Dan gaan ze naar huis en werken ze indien nodig ’s avonds nog. Ook is daar een super zwangeschapsverlofregeling voor vrouwen én mannen. Met als gevolg een betere werk-privébalans voor ons beiden.

Bij Philips Electronics was het management heel behoudend. Ik was aangenomen voor de internationale PR. Veel nieuwe ideeën kregen de reactie ‘we doen dit al jaren zo’. Ook heb ik geprobeerd bij te dragen om een internationaal vrouwennetwerk van de grond te krijgen, maar dat lukte niet echt.

WUR staat volgens mij veel meer open voor zaken die verbetering behoeven. Maar iedereen heeft last van bias, ik ook als bevoorrechte witte vrouw. Kritische punten zien, is één ding, maar om er vervolgens iets mee te doen. Het is goed om je af te vragen ‘wat moet ik doen om ...’

(Peinzend…) Misschien iets voor WUR, zo’n internationaal vrouwennetwerk?

Wat zijn zaken die jou opvallen qua Diversiteit en Inclusie binnen WUR?

Wij hebben vaak mooi beleid op papier, maar de werkelijkheid is nog niet zo. Binnen WUR wordt gestreefd naar meer vrouwen en meer internationale medewerkers, maar zo ver zijn we nog niet. Gelukkig zie je hier al wel positieve ontwikkelingen; het aantal vrouwelijke hoogleraren neemt nog steeds toe en de directies van de kenniseenheden bestaan voor meer dan de helft uit vrouwen. Ik voel me hier in de Gelderse Vallei wel eens de ‘gekkie’ uit Amsterdam, met een afwijkende mening. Maar als je aan de diversiteit van de samenleving denkt, dan zijn die toch nodig en daar is wel openheid voor. Grenzen opzoeken kan gelukkig ook hier.

Jij hebt bemoeienis met de ‘mannenwand’ in Omnia, vooral mannelijke rectoren aangevuld met mannelijke hoogleraren. Wat is jouw motivatie om je aan te sluiten bij die discussie?

Toen ik net kwam, werd Omnia gebouwd en werd ik gevraagd voor de stuurgroep. De overhuizing van de wand kwam aan de orde. Ik had de portretten niet gezien, want coronatijd. Natuurlijk geeft het een tijdsbeeld weer, maar wil je dat? Die wand is het eerste wat je ziet bij binnenkomst. Als niet-man (in mijn geval als vrouw) of als niet-witte medewerker voel je dan toch iets. Het is net als met andere gevallen van rewriting history. Het gaat erom wat je wilt laten zien. Het is goed dat er een werkgroep is benoemd, waar ik overigens niet in zit. De wand zoals ie nu is, past niet meer bij de huidige samenleving. Het is waardevol om dat samen te herijken.

Geloof jij in het concept rolmodel? Probeer je dat zelf te zijn? Hoe?

Absoluut, en dat probeer ik ook uit te stralen. Vooral richting jonge mensen heb ik die verantwoordeijkheid altijd gevoeld, door te laten zien wat er mogelijk is, en dat doe ik dus ook binnen WUR. Ik geloof in een werk-privébalans en wil dat ook voorleven. Op dat punt heb ik wel een soort zendingsdrang; ik kan niet alleen voor mijn werk leven. Dus als iemand hier zit met een moeilijke thuissituatie, dan stuur ik diegene naar huis. Die ruimte geef ik.

Medemenselijkheid is zo belangrijk. En je weet feilloos wie daar misbruik van maakt. Dat zijn er overigens maar héél weinig. Iedereen werkt zich hier drie keer in de rondte. Wat ik wel eens lastig vind, is dat het werk hier in golven komt, samenhangend met de universitaire agenda, maar het zij zo.

Welke tips heb jij om WUR meer inclusief te maken?

Als je voor bepaalde posities andere mensen wilt recruteren dan moet je pro-actiever werven en daar ook het geld voor over hebben. Op die manier kun je de samenstelling van je groep medewerkers kantelen. Alleen roepen dat ‘WUR zo geweldig is’, is niet voldoende.

Voedsel verbindt. Dat weten wij als geen ander.

Diversiteit

De visie van WUR is dat het niet uitmaakt van wie je houdt, welke taal jij spreekt, waar je geboren bent of waar je in gelooft. Lukt dat in de praktijk volgens jou?

Dat is een mooi voorbeeld van een papieren visie. Ondertussen nemen we veelal mensen in dienst die op onszelf lijken. Wij zijn er trots op dat er zoveel alumni bij WUR werken. Dat is mooi, maar het moeten niet alléén maar alumni zijn. Dat aanneembeleid kan diverser. Diverse teams leveren diverse oplossingen en zijn uitdagend naar elkaar. Ik zeg altijd: ‘als je te veel met elkaar hebt gespeeld, ga je samen een bepaalde kant op’. Het is ook goed om in een andere vijver te vissen.

Werktijden is ook wel een dingetje. Ik ben zelf geen early bird en niet echt geschikt voor werktijden van 9 tot 5. Ik werk liever van 10 tot 6. Een ander wil zijn/haar tijd weer anders indelen. Als het past bij je functie, gun ik iedereen de vrijheid om zijn eigen werktijden te bepalen.

Catering is ook zo’n voorbeeld. Het hangt een beetje van je werkplek af, maar hier in Atlas kan ik geen salade scoren. Hier staan de typisch Hollandse broodjes en melk en karnemelk op het menu. Ik leef op iets anders en daar ben ik vast niet de enige in. En voedsel verbindt. Dat weten wij als geen ander. Dus ook daar past meer diversiteit.

Gelijke kansen

Heeft iedereen binnen WUR gelijke (carrière)kansen volgens jou?

Volgens mij is dat ook een voorbeeld van een ‘papieren’ voornemen. Of dat in de praktijk geldt, vraag ik mij namelijk af. Niet alleen binnen het onderzoek en onderwijs, maar juist binnen de staf. Op een bepaald niveau kun je niet verder en is het niet hebben van een PhD een belemmering. Mensen die op elkaar lijken, lijken hier de beste kansen te hebben. Er zit een behoorlijke uniformiteit bij mensen in een bepaalde positie, ook qua kleding. Er zijn geen kledingvoorschriften, maar wel impliciete regels; soortgelijke jasjes, broeken en schoenen en als we op de hei vergaderen, verschijnt iedereen plotseling op gympen. Door je kleding maak je deel uit van dezefde groep. Geen diversiteit, maar letterlijk iedereen uniform. Het cortège is daarvan ook een duidelijk voorbeeld.

(Knipogend…) Ook daarin kunnen we meer kleur gebruiken.

We hebben hier een cultuur waarin we makkelijker de rode pen hanteren dan complimenten uitdelen.

Tot slot

Hoe zorg jij ervoor dat je geïnspireerd en gemotiveerd aan het werk blijft?

Als ik grensverleggende dingen kan blijven doen, blijf ik gemotiveerd. Niet als doel op zich, maar ten bate van de organisatie. De mensen met wie ik werk geven mij enorm veel energie. En als ik werk en privé in balans kan houden. Zo hou ik van schrijven. Dat moet ik blijven doen om het voor mezelf leuk te houden.

Ook word ik heel blij van faciliteren om nog meer andersdenkenden bij elkaar te krijgen, want de transities waar we voor staan zijn uitdagend. Als ik daar een rol in kan spelen, blijf ik gemotiveerd.

Een enorme energie-lek voor mij is het gebrek aan complimenten in deze organisatie. We hebben een cultuur waarin we makkelijker de rode pen hanteren dan complimenten uitdelen. Terwijl dat zo belangrijk is. Zeker ook hoog in de organisatie. Ik geef graag complimenten. Het is zo makkelijk en het kost niks. Ik zou zeggen ‘spread the love’. Misschien een oude hippiekreet, maar ik vind dat een belangrijke waarde. Daarom is erkennen en waarderen ook zo belangrijk.

Wat zijn je plannen voor over 10 jaar?

Zolang ik iets te geven heb, doe ik dat hier. Maar als er hier voor mij geen carrièregroei meer is, dan ga ik het toch ergens anders geven. Ik ben een verander-agent. Ik hou van zaaien en oogsten en dan beoordelen wat we vervolgens weer oppakken. Deze organisatie is prachtig in beweging en staat midden in ‘transitieland’ oftewel, de uitdagingen qua klimaatcrisis, biodiversiteit, balans tussen natuur en voeding(systemen) in de samenleving, zijn de uitdagingen waar WUR mee bezig is. Zolang ik daar betekenisvol aan kan bijdragen, blijf ik graag.