GRIDWALK: Verbindingen voor diersoorten beoordelen

Deze tool helpt bepalen of een landschap goede verbindingen biedt voor diersoorten,of de habitatplekken binnen het landschap als één ecologisch netwerk kunnen functioneren en of dit netwerk dan ook tot een duurzame populatie leidt. De tool is geschikt voor het doorrekenen van natuurcompensatie en verbindingsmaatregelen, zoals ecoducten en vistrappen. GRIDWALK legt knelpunten en kansen bloot bij uitvoeringsprojecten, zowel in de uitgangssituatie als bij het opstellen en het beoordelen van planvarianten. Ook kan de tool ecologische effecten van een uitvoeringsproject in kaart brengen voor een beoordeling in het kader van de Natuurbeschermingswet.

De natuur in Nederland is sterk versnipperd. Diersoorten stuiten op barrires als snelwegen, rivieren, kanalen en uitgestrekte intensieve landbouwgebieden, en in het water op stuwen en dammen. GRIDWALK gaat uit van dieren die hun geboorteplek verlaten en door ongeschikt gebied trekken op zoek naar nieuw leefgebied, waar ze zich kunnen vestigen en voortplanten. Dat heet dispersie. Het model berekent hoe goed leefgebieden met elkaar verbonden zijn, rekening houdend met de doorlatendheid van het tussenliggende landschap en vertaalt dit in de duurzaamheid van populaties die leven in dit netwerk van verbonden gebieden. De tool werkt met ecoprofielen, waarbij n of enkele soorten model staan voor een groep soorten met dezelfde habitatvoorkeur.

Connectiviteit en barrires

Met habitatgeschiktheidskaarten worden de leefgebieden en hun draagkracht gedefinieerd. Er wordt kaarten van de doorlatendheid en barrires naast gelegd en kansenkaarten gemaakt. De resultaten worden vervolgens samengevat in beleidsrelevante maten, kaarten en tabellen. In geval van variantontwikkeling wordt de bestaande situatie voor specifieke diersoorten op ruimtelijke samenhang geanalyseerd. Daaruit blijkt waar kansen voor connectiviteit en de barrires liggen. Bij meerdere planvarianten, kunnen deze beoordeeld en vergeleken worden op ruimtelijke samenhang.

Praktijk: Gebiedsproces Baakse Beek en Veengoot

GRIDWALK simulatie voor de Achterhoek voor twee scenario’s: huidige situatie (A), en één van de tien doorgerekende inrichtingsscenario’s voor klimaatadaptatie (B). De doorlaatbaarheid van het landschap voor de Kamsalamander wordt getoond; hoe donkerder het groen hoe toegankelijker het gebied voor de salamander. Het studiegebied (Gebiedsproces Baakse Beek -Veengoot) is aangegeven (donkerblauw) alsmede de loop van de Baakse Beek en Veengoot (lichtblauw).
GRIDWALK simulatie voor de Achterhoek voor twee scenario’s: huidige situatie (A), en één van de tien doorgerekende inrichtingsscenario’s voor klimaatadaptatie (B). De doorlaatbaarheid van het landschap voor de Kamsalamander wordt getoond; hoe donkerder het groen hoe toegankelijker het gebied voor de salamander. Het studiegebied (Gebiedsproces Baakse Beek -Veengoot) is aangegeven (donkerblauw) alsmede de loop van de Baakse Beek en Veengoot (lichtblauw).

Bij planontwikkeling in de Achterhoek zijn planvarianten ontwikkeld die voorzien in klimaatadaptatie via houtwallen, kleine parken en natuurgebieden en natuurlijke beekdalen. Met GRIDWALK is de doorlaatbaarheid bepaald voor enkele soorten met beperkt verspreidingsvermogen, zoals de kamsalamander, een doelsoort van het natuurbeleid. Naast de huidige habitatsgeschiktheidkaarten zijn klimaatscenarios en inrichtingsscenarios bestudeerd en beoordeeld op de effecten op de leefomgeving en de gebiedssamenhang. De huidige situatie is vergeleken met n van de inrichtingsscenarios voor klimaatadaptatie. Daaruit blijkt dat het gebied na aanpassingen beter verbonden zal zijn voor de kamsalamander dan het nu is.