Innovaties in de substraatteelt

In het programma ‘Innovatieslag Groeisubstraten’ slaan bedrijfsleven en onderzoek in de vorm van een consortium de handen ineen voor een gezamenlijke agenda naar het jaar 2020. Zo wordt geanticipeerd op nieuwe wensen vanuit de exportlanden en innovaties op het gebied van ruwe materialen, processen en teelt. Dit programma is een Publiek-Private Samenwerking (PPS) waarbij overheid en bedrijven samen werken aan fundamenteel onderzoek binnen de topsector tuinbouw en uitgangsmaterialen.

De innovatie-agenda wordt opgesteld.
De innovatie-agenda wordt opgesteld.

Het consortium stelt een ketenbrede innovatie-agenda op en wil onderzoek doen naar de mogelijkheden voor een merkenarchitectuur voor duurzaamheid, praktijkdemonstraties voor de transitie naar een duurzaam substraatgebruik in de tuinbouw keten, en ontwikkelen van een bijbehorend onderwijsprogramma als belangrijke randvoorwaarde voor innovatie.

Groeiend marktsegment

Lokale (biobased) reststromen opsplitsen in niet bruikbare en bruikbare delen.
Lokale (biobased) reststromen opsplitsen in niet bruikbare en bruikbare delen.

In de (glas)tuinbouw wordt in toenemende mate op groeimedia geteeld in plaats van in de bodem. Groeimedia zijn belangrijk voor kwaliteit en kwantiteit van productie en een belangrijke pijler van Nederlands export. Ze vertegenwoordigen een sterk groeiend marktsegment door toenemende interesse vanuit de bedekte teelten in de grond, open teelten die uit de grond willen, containerteelten, nieuwe ontwikkelingen in de stadslandbouw en de vraag uit het buitenland, vooral van het verre oosten, midden oosten en Afrika. In deze landen is er steeds meer belangstelling omdat glastuinbouw en de teelt op substraat omdat het de productie en de efficiency van het gebruik van water en bemesting verhoogt.

Duurzame winst

Door het verkorten van de keten van productie tot verwerking en gebruik van substraten wordt er een aanzienlijke-, en duurzame winst behaald. Het consortium is daarom op zoek naar lokale (biobased)reststromen die eenvoudig hergebruikt kunnen worden. Vaak vereisen deze alternatieven kwalitatief nog ontwikkeling. Een bekend voorbeeld hiervan is compost. Een belangrijk uitgangspunt is om deze organische restromen niet meer te beschouwen als één materiaal maar op te splitsen in niet bruikbare en bruikbare delen, waarbij bruikbare delen door verwerking winnen aan kwaliteit.

Meerwaarde bieden

Aanpassen van de fysisch-chemische structuur van substraten.
Aanpassen van de fysisch-chemische structuur van substraten.
Tegelijkertijd wordt er gezocht naar een duurzame meerwaarde voor de teelt en de consument, zoals aanpassing van de fysisch-chemische structuur van substraten en het gebruik van biostimulatoren om de ziekten en plagen te voorkomen. Het beschikbare middelenpakket wordt namelijk steeds kleiner en er is een dringende vraag naar duurzame alternatieven.



Dit project is een samenwerking van Wageningen UR Glastuinbouw, PPO-BBF en Food & Biobased Research met Koppert, Synbra, Attero, Pokon-Naturado en Laanboompact met het productschap Tuinbouw en de topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen.


Lopende projecten