Weblog Harm Brouwer

Ik ben Harm Brouwer, (nog) 18 jaar en nu tweedejaars Plantenwetenschapper. Door de jaren heen ben ik veel verhuisd, maar sinds vorig jaar heb ik mijn eigen plekje hier in Wageningen. Halverwege vorig jaar ben ik van een wat saaie Idealis afdeling naar een gezellig studentenhuis in het centrum verhuisd. In het prille begin is het misschien even wennen om op eigen benen te moeten staan maar eenmaal op kamers wil je niet meer weg! Je geniet volop van je nieuw verkregen vrijheid.

De keuze voor Wageningen en Plantenwetenschappen was bij mij tamelijk snel gemaakt. Aan het eind van 4 VWO maakte ik kennis met de studie op een Open Dag en aan het einde van de vijfde, na twee meeloopdagen, wist ik dat dit hem was voor mij. Ik kwam erop doordat ik op zoek was naar een praktische studie “in de Biologie richting”, natuurkunde en wiskunde vond ik allemaal wat minder interessant, en de universiteit hier sprak mij erg aan. De goede baankans was uiteraard een mooie bijkomstigheid.

Naast mijn studie ben ik ook erg druk. In eerste instantie was ik eigenlijk van plan nog niet bij een vereniging te gaan en nog even alles aan te kijken in mijn eerste jaar. Toen kwamen de introductie dagen en bleek het verenigingsleven toch erg leuk! Uiteindelijk heb ik me ingeschreven bij de roeivereniging Argo, welke naast het roeien ook veel andere activiteiten aanbiedt. Een ideale combinatie van sport en gezelligheid dus. Op Argo ben ik gaan wedstrijdroeien, dus naast mijn studie train ik nu ook elke dag, dit eist veel tijd maar je krijgt er ook enorm veel voor terug. Met je ploeg zo fanatiek één gezamenlijk doel nastreven schept in een jaar tijd een haast on te evenaren band. De tijd die over blijft breng ik het liefst met vrienden door, met hier en daar een feestje en probeer ik zo nu en dan ook bij de studievereniging aanwezig en actief te zijn.

Als eerstejaars is Wageningen is al dat nieuws wat overwelmend, in je tweede jaar is het allemaal al bekend, toch is het weer even overschakelen naar college-modus na zo’n lange vakantie, maar je bent eigenlijk wel blij om weer te beginnen. Dit jaar kies je een Major, ik ben voor de meer veredelingsgerichte kant Genen en Gezondheid gegaan, ook zal je in dit jaar verder de diepte induiken op het gebied van planten, met de basisvakken uit het eerstejaar achter de rug kan nu het echte werk wat meer gaan beginnen.

Welke kant ik precies met mijn studie op wil weet ik nog niet zeker -wie weet wat voor leuks en interessants je onderweg tegenkomt!- maar op dit moment trekt de veredeling kant me toch het meest. Lekker knutselen met plantjes en DNA trekt me wel, en betere plantenrassen ontwikkelen zal altijd een uitdaging blijven. De fytopathologie vind ik ook wel interessant met de gecompliceerde interacties tussen gewas en ziekteverwekkers. Dit en volgend jaar wil ik me vooral goed oriënteren op de verschillende kanten van de plantenwetenschappen om alles een keer gezien en ervaren te hebben.

Allereerst: het tentamen van Bio-information technology is binnen! Zowaar het lastigste tentamen dat ik tot nu toe heb gehad in mijn studie maar gelukkig gehaald. Dit jaar zijn voorlopig alle punten binnen en lijkt de zomervakantie weer mooi vrij te blijven van hertentamens.

In de laatste periode van dit tweede jaar hebben we twee vakken met de hele groep (beide Majors): Integrated pest management en Research Methodology. Net als in het eerste jaar sluit je het laatste semester af met een eigen onderzoekje, als voorbereiding op de bachelor thesis (volgend jaar alweer! Gek hoe snel die bachelor gaat). Dit doe je dus in Research methodology, waar je in het eerste jaar zelf een onderwerp mocht verzinnen en hier slechts een paar weken aan werkte gaat het nu een stapje verder. Je mag samen met een partner kiezen uit een aantal onderwerpen die de universiteit of een bedrijf uit wil laten zoeken en gaat hier vervolgens iedere ochtend van de periode mee aan de slag. Met tussentijdse presentaties en het indienen van een onderzoeksvoorstel over wat je wil gaan doen lijkt dit al een stuk meer op de scriptie van volgend jaar. Zelf zitten we op de afdeling Nematologie: we doen een onderzoekje naar de invloed van nematoden (aaltjes, kleine wormpjes die in de grond leven) op planten. Deze aaltjes scheiden bepaalde stoffen uit waardoor ze kunnen parasiteren op de plant, wij kijken naar de interactie tussen de genen voor deze stoffen en een tweetal plantengenen.

Het middagvak, Plant quality and integrated pest management is een overkoepelend vak dat aspecten van veredeling (vnl. het ontwikkelen van resistente planten), fytopathologie (belaging van planten door organismen) en de bestrijding methodes tegen deze parasiterende en predaterende insecten bij elkaar brengt. Een heel interessant onderwerp waar nog genoeg in te doen valt om met zo min mogelijk chemicaliën de ziektes bij planten te minimaliseren (o.a. via biologische bestrijding, het gebruiken van natuurlijke vijanden tegen plantenbelagers) maar doordat het zo breed is verlies je diepte. De informatie in de colleges is tot nog toe veelal al bekend, vanaf deze week begint echter een serie practica dus we zullen zien wat die nog brengen.

De almanak wordt momenteel gedrukt en zal volgende week (eindelijk!) feestelijk worden gepresenteerd! Het was een mooi project en we zijn ook als commissie (foto) benieuwd naar het uiteindelijk resultaat. Hoewel het een heel karwei is om zo’n boekwerk te maken kan je na al die uren die je erin stopt straks wel echt de vrucht van je arbeid ter hand nemen.

Met het einde van het studie jaar komt ook het einde van het roeiseizoen weer in zicht, met nog anderhalve maand en vier wedstrijden voor de boeg, inclusief extra sprint wedstrijden op de vrijdagavonden, is het nog een druk programma. Het seizoen is waar je het hele jaar naartoe werkt en ieder jaar gaat het heel snel weer voorbij, toch ben je aan het eind lichamelijk op, geestelijk op van het studeren en dus helemaal toe aan die zomervakantie!

Met de maand april komt er ook een einde aan de vijfde periode. Nog één blok en dan zit jaar twee van de bachelor er al weer op. Eerst wel nog blokken voor de vakken van de afgelopen weken: Bio-information technology en Introduction to business economics (BEC).

Voor beide vakken is het tentamen maar de helft van het eindcijfer, de andere helft bestond uit een project dat we inmiddels ingeleverd hebben. Voor bio-informatica was dit een kort tweedaags onderzoek naar een sequentie die we gekregen hadden. Met enkel een stel korte fragmenten DNA moesten we de originele sequentie in elkaar zetten en vervolgens via allerlei tools en databases de eiwit sequentie, de eiwitstructuur en verschillende onderdelen (signaal peptiden, geconserveerde domeinen e.d.) achterhalen en de resultaten presenteren. Zo werd in korte vorm getest hoeveel je had begrepen van de vorige weken en de oefeningen met deze zoekmachines.

Voor het vak BEC was het meer een project van de lange adem. Gedurende de volle zes weken zat je met een groepje aan het opzetten van een bedrijfsplan voor een fictief boerenbedrijf dat wil innoveren. Omdat veel onderdelen van elkaar afhangen is dit niet een onderwerp dat je gemakkelijk kan opdelen, zeker gezien je de nodige kennis pas gedurende de cursus verwerft, dus zit je enkele lange middagen per week met elkaar in een hokje. Hoewel dit intensief samenwerken uitmondt in een beter resultaat omdat alles algemeen is afgestemd kost het vele uren van discussie om zover te komen, en na enkele uren in een warm hok zitten terwijl buiten de zon schijnt is iedereen al wel tamelijk gaar. Het is soms een kwestie van doorbijten maar je leert er wel wat van.

Op het roeivlak heeft ook een mooie ontwikkeling zich voor gedaan, op de Varsity zijn we Beginneling af geworden door te ‘blikken’! (In andere woorden: we hebben gewonnen). In een mooie race eindigde we als beste eerstejaars ploeg van Nederland. Na al die maanden trainen eindelijk het resultaat waar je het allemaal voor doet. Het was alweer jaren geleden dat een zware Argo acht wist te blikken, laat staan als eerste van het veld, op de Varsity, de grootste studentenroeiwedstrijd van het jaar. Eenmaal: 36 jaar geleden, was er een andere ‘Jonghe Acht’ die dit wist te doen, we zijn dus pas de tweede in ruim 100 jarige geschiedenis van de vereniging!

Deze week is ook de eerste versie van de Almanak de deur uit gegaan. Het bleek dat we nog wat pagina’s over hadden dus nu moeten we daar nog wat voor verzinnen en dan kan hij gedrukt gaan worden!

Maart roert z’n staart’ is een oude wijsheid over het weer in deze maand. Hoewel de lente in aantocht is en er al wat mooie dagen zijn geweest sloeg het daarna weer flink om en ook nu op de eerste dag van april is het niet bepaald voorjaar te noemen. Van die stormen merk je in de collegebanken echter weinig, de muffe lucht en vochtige kleding daargelaten. Het nieuwste ochtendvak is wederom deel van de Major, waar de Teelt en Ecologie studenten van alles over ‘Crop Ecology’ leren zitten wij iedere ochtend achter de PC. Bij het vak Bio-information Technology leer je de bioinformatica kennen: hoe je alle genetische data die tegenwoordig wordt gegenereerd kan verwerken. Met verschillende programma’s leer de coderende delen uit DNA strengen halen, hoe je deze matcht en samenstelt uit korte fragmenten en via de verschillende leesramen vertaalt naar eiwit sequenties. Deze processen zijn tamelijk fout gevoelig en doordat de technologie zelfs nu nog beperkt is, met name de lengte van de fragmenten die we kunnen genereren uit biologisch DNA is nogal kort. Hierdoor blijft het één grote puzzel om alles weer goed samen te voegen om complete sequenties te kijken en hier komen dan ook weer statische toetsen bij kijken of de gevonden sequenties wel significant zijn.

In de middag volg je als geheel studiejaar weer een ander vak, samen met Agrotechnologen en Dierwetenschappers zit je bij Introduction to Business Economics. Naast wat colleges waar je wat basale dingen leert over hoe je een strategisch-, marketing- en financieel-plan in elkaar zet voor een onderneming pas je dit ook toe. In een groep van vijf of zes werk je aan een eigen bedrijfsplan voor een nieuw product bij een zelfbedachte onderneming.

Zoals gezegd begon het weer deze maand tamelijk rustig, wel zo fijn bij het roeien. De Heineken Roeivierkamp verliep met vier matige races redelijk: ondanks dat we zelf niet tevreden waren zijn we toch als derde geëindigd. Bij de Head of the river Amstel, een lange 8 kilometer race scheen de zon zelfs voldoende om de korte mouwen shirts erbij te pakken, het resultaat was echter minder, door twee zieken in de boot eindigde we als vijfde. Afgelopen weekend was het traditionele buitenlandse trainingsweekend met de gehele wedstrijdsectie. In het Belgische Hazewinkel viel ondanks de stormwind nog goed te roeien, een goede voorbereiding op de Varsity volgend weekend. Op dit studentikoze roeifestijn zullen we ons moeten bewijzen in de acht of toch overstappen naar kleinere nummers zoals de vier.

De eerste dagen van februari waren rustig, nog in de hertentamen weken, dus een soort vakantie daagjes. Inmiddels zijn we wel weer aan de bak gegaan met de vierde periode, het jaar is alweer officieel halverwege. Nu volg ik het vak Evolution, Biosystematics, Agrobiodiversity. Na enkele periodes gescheiden te hebben gezeten voor onze Major vakken hebben we nu weer eens een periode met alle ‘plantjes’ uit het eerste jaar. Dit is ook weer een echt plantenvak, wat inhoudt dat we maar met een klein groepje (30) in een zaaltje zitten. Deze kleinschaligheid heeft een duidelijke invloed op de manier van college geven van de professoren. In plaats van een presentatie houden voor een grote zaal is dit meer een soort aaneenvoeging van anekdotes uit hun eigen onderzoek en ervaringen. Zo wordt het college veel meer interactief en boeiender om naar te luisteren. Het voelt haast niet meer als leren, als student is dit dus een prettige afwisseling. Aan het eind van de middag moet je een toetsje maken over de stof van die dag (een feit dat je als je thuis bent spijtig genoeg snel vergeet, wat stressvolle situaties kan veroorzaken als je je dit op het laatste moment nog bedenkt). Deze toetsen bepalen uiteindelijk een deel van je cijfer, en zijn een mooie manier om te controleren dat je het allemaal snapt en hebt verwerkt. De computerpractica die je ’s middags hebt zijn wel wat aan de simpele kant, soms kan je ze in je pauze al gewoon snel afronden waardoor je lekker op tijd klaar bent, meer tijd om te trainen dus!

En trainen zullen we! Afgelopen weekend is het roeiseizoen alweer van start gegaan met de Winterwedstrijden in Delft. Met haast iedere twee weken nu een wedstrijd gaat de tijd snel, telkens ben je aan het herstellen van de een alvorens je weer begint op te bouwen naar de volgende wedstrijd. We zijn tweemaal gestart dit jaar; in de vier en in de acht, en over het resultaat mogen we tevreden zijn. In het meer ervaren 4en veld hebben we een mooie 5de plek behaald, achter de meer ervaren ploegen. Bij het eerstejaars achten hebben we, blijkt achteraf, vier kilometer lang voor gelegen, spijtig genoeg zakte we in de laatste kilometer uit en moeten we het doen met een tweede plaats. Dat is het nadeel van achter elkaar aan starten, je weet niet waar je ligt in het veld, en tijdens het roeien hadden we eigenlijk zelf ook niet door dat we het zo goed deden. Nu zijn we weer aan het beuken op de ergometer voor de 2 kilometer test volgende week, op dit wedstrijdje op de roeimachine zal ieders voortgang in fysieke gesteldheid worden geanalyseerd.
De afgelopen maand is het werk aan de almanak (jaarboek) van Argo ook op gang gekomen, de eerste sponsoren zijn aan de haak geslagen, de stukjes komen binnen, zelf heb ik voor mijn ploeg en huis ook een stukje geschreven en op de fotoavond konden alle gezelschappen, commissies en ploegen hun foto laten nemen.

Het lekkerste aan het begin van het nieuwe jaar is dat als je het goed weet te regelen je rustig kan beginnen. Na de kerstvakantie ben je dan vier weken bezig met een vak waarna je weer twee hele weken kan bijkomen, dat is, als je herkansingen weet te voorkomen. Hét moment om op wintersport te gaan, of juist lekker thuis te zitten en wat extra roeitrainingen te draaien.

Voordat je weer lekker onderuitgezakt op de bank kan zitten moet je wel eerst de derde periode doorstaan. Deze korte periode van drie collegeweken en één tentamen/zelfstudieweek bestond uit één enkel vak, het Major vak Cell Biology & Health. Dit vak is een vervolg op Cell Biology uit het eerste jaar, je gaat op diverse onderwerpen dieper in. Er zijn drie verschillende thema’s: Immunologie; over de opbouw van het menselijke immuunsysteem, toxicologie; over de toxische effecten van stoffen op je lichaam en afweer en virologie; wat ingaat op de werking van dierlijke virussen en de afweer daartegen. Tijdens dit hele vak is het woord ‘planten’ misschien drie maal gevallen. Dit werpt wel wat vragen op over hoe dit vak past in het Plantenwetenschappen programma. Nu leer je wel algemene dingen over de werking van de cel, virussen, toxiciteit en hoe het menselijke immuunsysteem werkt (bijvoorbeeld praktisch bij het produceren van antilichamen in planten) maar het is niet altijd even direct toepasbaar. Verder is het een wel een interessant vak en de lab- en groepswerkervaring die je weer op doet zijn sowieso nuttig. Bij het groepswerk behandel je één van de drie bovengenoemde aspecten van het vak en pas je die toe op een kankertype. Wij keken bijvoorbeeld naar de carcinogene werking van de stof Diethylstilbestrol (toxicologie) en de relatie met borstkanker bij zwangere vrouwen die deze antimiskraam medicatie namen. Uit het literatuuronderzoek bleek dat deze stof inderdaad verschillende types kanker veroorzaakt en niet eens doet waar het voor gebruikt werd, een van de vele drama’s in de medische geschiedenis.

Aan het eind van de kerstvakantie was ook een groot moment in het jaar van een wedstrijdroeier: de Intraining. Dit is de laatste avond waarop je als roeier alcohol consumeert en daarna niet meer totdat de laatste wedstrijd van het jaar geweest is. Als eerstejaars moet je ook hiervoor verschillende opdrachten uitvoeren, vaak hebben deze te maken met bezoekjes aan andere verenigingen. Dan heeft deze avond ook echt een symbolische betekenis, met z’n allen zet je het studentikoze drinken opzij en ga je vol voor de sport en de prestatie. Als tweede en ouderejaars is alles wat meer gerelativeerd, weet je wat het inhoud en dat het eigenlijk niet eens zo ingrijpend is.

In deze winterperiode stroomt de Rijn sterk en zorgt de wind ervoor dat je veel weekenden naar een andere locatie moet uitwijken om te kunnen roeien, wat voor gezellige trainingsweekenden zorgt met de wedstrijdsectie. Het winterweer levert ook mooie tochten op, in de sneeuw op de rivier roeien, met alles wit en stil om je heen is ook wel gaaf.

Naast het harde trainen en de studie heb ik ook een nieuwe bezigheid, dit jaar zit ik in de commissie om de almanak, een soort jaarboek van de vereniging, te maken. Hiervoor mag ik op jacht naar sponsoren. Als commissie ‘poepel’ je: door middel van een kort toneelstukje presenteer je jezelf aan de vereniging, wij deden dit als de Griekse helden uit de Argosage, inclusief de nodige (kinder)champagne! (Foto).

De feestmaand december is altijd razend druk, maar qua studie viel het dit jaar gelukkig mee. De eerste dagen van december vielen nog in een normale studieweek maar daarna was er enkel nog de zelfstudie- en de tentamenweek voor de vakantie begon! In de zelfstudieweek is het altijd een kwestie van jezelf gemotiveerd houden, het Studie Ontwijkend Gedrag (soggen) tot een minimum te beperken. Uiteindelijk zit de wens om je vakken te halen en de hertentamenweken in februari vrij te houden er toch bij ieder wel in, dus over het algemeen, ook nu, komt alles wel op zijn pootjes terecht. Dus ja, dat was het al wel weer qua studie-gerelateerde wijsheden.
Studeren eist natuurlijk niet al je tijd op, al helemaal niet in de maand december, waar je van de ene feestdag en -maaltijd naar de andere rolt! Sinterklaas, kerst, studenten vieren beiden op hun eigen manier, veelal via hun vereniging, huis of vriendengroep. Het jaarlijkse Argo-kerstdiner heb ikzelf helaas moeten missen doordat ik op vakantie was. Kerst vierde ik namelijk in het heerlijk warme Oman, waar ik met mijn famillie een mooie rondreis maakte en herinneringen ophaalde aan de tijd dat we er woonden.

Om te voorkomen dat al die chocoladeletters en kerstkransjes het vetpercentage teveel zouden opschroeven is er flink doorgetraind op de ergometer en in de boot. Als Argo hebben we de Ergohead gestart, een wedstrijd op de roeimachine in Amsterdam waar je 20 minuten lang zo hard mogelijk moet gaan. Door een foutje in de indeling tussen onze ploegen kwamen we helaas net wat tienden van secondes te kort om de winnende Amsterdammers te verslaan. 
Op vakantie heb ik wat rustiger aan gedaan, behalve wat hardlopen door de woestijn en zwemmen en duiken in de zee en het zwembad vooral lekker even rust gehouden. Komend weekend gaan we namelijk alweer in training en begin je echt richting het voorseizoen toe te werken. Gelukkig 2015 allemaal!

De herfststormen veranderen al langzaam in echt winterweer en de Sint is haast weer het land uit, November loopt ten einde. De tweede periode van het jaar is ook haast voorbij, nog een laatste week en dan weer leer- en vervolgens tentamenweek. En daarna? Vakantie!

Helaas is het nog niet zo ver, eerst de laatste loodjes van de vakken van deze periode nog. In het vak Plantbiotechnology is het practicum inmiddels zo goed als afgerond. Via twee verschillende protocollen hebben we succesvol tabakplanten gemodificeerd om rode bladeren te vormen. Met weefselkweek is een stabiele transformatie gedaan, waar uit stukjes blad nieuwe, ditmaal rode, tabaksplantjes zijn opgekweekt. In een 'transient transformation' hebben we door geconcentreerde Agrobacterium oplossing (de bacterie die de nieuwe genetische eigenschap inbouwt in de plant, dus ja het resultaat is GMO) in bladeren van tabaksplanten te spuiten ze rode kleurstoffen laten vormen. Via PCR technieken kan je de expressie van het gen in kwestie checken door te zien of het mRNA dat codeert voor het ingebouwde gen aanwezig is.

's Middags schaft de pot nog steeds wiskunde, nu niet meer Wiskunde 2 maar het volgende vak, Wiskunde 3. Waar wiskunde 2 nog veel herhaling was van de middelbare school krijg je bij wiskunde 3 weer nieuwe stof, niet bijster interessant allemaal maar wel nuttig uiteraard

Het jaarlijkse Argo gala sloot de maand November mooi af, een heugdelijk feest dat kwalitatief hoog begint maar gezien de onbeperkte drank daalt dat naarmate de avond vordert. Gezien de korter wordende dagen zit roeien na collegetijd er niet meer in, 's avonds is het dus zweten geblazen op de ergometer of in het krachthonk. Op het moment zelf is het niet speciaal leuk maar iedere keer weer net wat harder gaan of net wat meer gewicht pakken geeft toch de broodnodige voldoening na de training. In de weekenden wordt de vrije tijd overdag ten volle benut om nog wel roeihalen te blijven maken, met traingsweekenden in Almelo op het kalme water daar of de woeste stromingen van onze eigen Rijn. Als tweedejaars hebben we ook de nieuwe lichting wedstrijdroeiers gertracht te stimuleren en wat traingen meegedraait in de acht. Dit blijft een prachtig nummer, zelfs al heb je er al een heel jaar lang in gezeten. Met de eerstejaars hebben we zelfs de Lingebokaal in Leerdam gestart en een mooie tijd gevaren, komend weekend zullen we ook met hen naar Amsterdam afreizen om de Ergohead, een wedstrijd van 20 minuten te starten op de roeiergometer.

De maand oktober begon goed maar sindsdien is de herfst toch echt ingezet en zijn de eerste tentamens alweer geweest. Na een week van zelfstudie mocht ik aan de slag met maar liefst vier tentamens, waarvan één ’s avonds was doordat door het toenemende aantal studenten te weinig zalen overdag beschikbaar zijn. Na de hele dag de puntjes op de ‘i’ te zetten en nog een training te draaien heb je niet heel veel zin meer in zo’n tentamen, desondanks meen ik alles wel gehaald te hebben, wat een mooi begin van het jaar zou zijn.

Afgelopen week is de nieuwe periode begonnen, na een week vol toetsen ben je eigenlijk wel toe aan een weekje rust, maar het mocht niet baten, de studie, het studentenleven en het roeien denderen onverminderd door. In de middag is het nu een hele periode lang wiskunde: algebra, afgeleiden, reeksen, alles wat je na de middelbare school zo snel mogelijk probeerde te vergeten wordt weer opgehaald, en dan blijkt dat er toch meer is blijven hangen dan je dacht, met een beetje bijhouden zijn deze vakken goed te doen. ’s Ochtends heb je het eerste vak van je Major die je vorige periode hebt gekozen, in mijn geval Plant Biotechnology. Tot nu toe bevalt het wel, met een wekelijks college en verder een uitgebreid practicum waar je tabak genetisch zal modificeren om rode bladeren te krijgen met behulp van Agrobacterium. Dit is een bacterie die normaal grote gezwellen in planten veroorzaakt doordat het bepaalde genen van zichzelf in het genoom van de plant laat inbouwen, nu hebben wetenschappers deze bacteriën zo veranderd dat ze elk gen dat de technoloog in zijn plant wil hebben kan worden ingebouwd door gemodificeerde bacteriën. Daarnaast werk je ook aan een opdracht in een groep waar je meer de ethische aspecten van genetische modificatie bekijkt.

Verder is het afgelopen tijd druk geweest met andere, kleine dingen, naast allerlei activiteiten op Argo en bij de studievereniging heb ik eindelijk kunnen doorverhuizen binnen mijn huis, dus eindelijk niet meer in de kleine huisjongste kamer! Qua roeien trainen we nu weer met z’n vieren, dus weer een wat groter nummer. Komend weekend is er weer een wedstrijd en in december mogen we onze vordering op de ergometer (roeimachine) laten zien.

Na het razendsnel gepasseerde eerste jaar ben je wel toe aan een goede vakantie. Lekker er even een paar weekjes tussenuit en even niets ‘moeten’. Op een gegeven moment is ook dit echter voorbij en ben je eigenlijk ook wel blij om weer terug te keren naar je oude ritme en iedereen weer te zien. De laatste weken van de vakantie ben ik dan ook lekker aan de gang geweest om de roeivereniging Argo op te knappen voor de AID. Tijdens de AID heb ik een groepje aankomende eerstejaars begeleid en uiteraard zelf ook volop genoten van deze week. Je beleving hiervan is toch weer heel anders als ‘papa’ van een groepje dan het was als nieuwe eerstejaars zijnde, kortom is het erg leuk om te doen en te ervaren!

Als tweedejaars is het begin van het jaar niet minder druk qua nevenactiviteiten dan hij vorig jaar was. Naast zelf weer het roeien op te pakken als Middengroep wedstrijdroeier en volop te trainen in kleinere nummers (in een je eentje in een skiff of in een ‘2’ is heel anders dan in een Eerstejaars Acht te zitten) hielp ik bij de Afroeiperiode. Met de ploeg van afgelopen jaar begeleiden we twee ploegjes van enthousiaste jongens in hun kennismaking met Argo en het roeien. Afgelopen zomer was ook het WK roeien in Nederland, alle wereldtoppers in actie zien op de Bosbaan in Amsterdam, was erg gaaf. Namens Argo heb ik ook in de erehaag gestaan van de openingsceremonie van het WK (foto). In huis is ook sprake van verandering, twee huisgenoten vertrekken voor hun stage of zijn afgestudeerd, er vind dus weer een wisseling van de wacht plaats, met nieuwe huisoudsten en ‘sjongsten’ die erbij komen.

Daarnaast begint het collegejaar ook gewoon weer, met nu veel vakken in het Engels i.p.v. Nederlands zoals in het eerste jaar was, er zit wel een duidelijk niveau verschil in het Engels van de docenten zelf, wat tot vermakelijke versprekingen kan leiden. Deze periode heeft leuke, echte planten vakken. Principles of Plant Breeding: waar je basis technieken leert kennen die gebruikt worden bij het veredelen van nieuwe plantenrassen. Reproduction of Plants is een vervolg op Structure and Function of Plants uit het eerste jaar, nu focus je op de voortplantingsmechanismen waar je het spoor van de evolutie volgt, van mossen en varens die ontsnappen aan het water en zich ontwikkelen voor het leven op land, wat lijdt tot de hogere, zaad, planten met eerst naaktzadigen (naalden i.p.v. bladeren) en de bedektzadige planten. Je tweede ochtend vak is Plant Pathology and Entomology, wat de plagen die bij planten voorkomen behandelt via colleges en later practica. Nematoden, insecten, virussen, bacteriën en schimmels worden geïntroduceerd in het algemeen gevolgd door informatie over de soorten die schade aan gewassen kunnen veroorzaken. Het laatste vak van deze periode is Concepts in Environmental Plant Physiology, het concept spreekt mij wel aan, je kijkt dieper naar de interacties die plaats vinden bij verschillende (water) transport- en gaswisselings processen in de plant. De manier van doceren spreekt echter minder tot de verbeelding, langdradig en over gedetailleerd vaak, waar wiskunde en fysica razendsnel worden afgewisseld met biologische concepten, wat voor veel mensen tot verwarring leidt en je het lastig maakt om te zien waar het nu eigenlijk om gaat in de cursus.

Ten slotte hebben we deze maand onze definitieve Major keuze door moeten geven, waar je kiest om nader kennis te maken met één van twee richtingen in Plantenwetenschappen: genen en Gezondheid of Teelt en Ecologie. Verderop in je studie zijn echter genoeg mogelijkheden om ook de andere kant te leren kennen, dit ligt niet allemaal vast bij het kiezen van een Major.