Nieuws

Kansen en knelpunten bij uitvoering Europese Vogel- en Habitatrichtlijn

article_published_on_label
21 maart 2016

In 2015 is de Europese Commissie gestart met een Fitness Check van de Vogel- en Habitatrichtlijn. Fitness Checks worden door de Europese Commissie gebruikt om regelgeving door te lichten op criteria zoals effectiviteit, efficiëntie en coherentie. Hiertoe heeft de Europese Commissie vragenlijsten uitgezet bij de lidstaten. Aangegeven is dat de antwoorden onderbouwd moeten worden met voorbeelden uit de praktijk.

Er zijn drie belangrijke dilemma’s waarbij het merendeel van de stakeholders knelpunten voorziet of ervaart bij een effectieve, coherente en efficiënte uitvoering van de richtlijnen:

  1. Het risico dat natuurlijke dynamiek of plannen ter verbetering van het ecosysteem leiden tot verslechtering of aantasting van de instandhoudingsdoelen en zodoende in strijd zijn met de richtlijnen.
  2. Het risico dat integrale projecten met een ‘win’ voor natuur niet uitgevoerd kunnen worden, omdat negatieve effecten niet gesaldeerd mogen worden in een gebied, of omdat er alternatieve oplossingen zijn, of omdat er geen sprake is van een publiek belang.
  3. De grote inspanningen en hoge kosten die nodig zijn bij het treffen van beheermaatregelen en het onderbouwen van vergunning- en ontheffingsaanvragen in het algemeen en specifiek in het geval van algemeen voorkomende soorten.

Oplossingen voor deze ervaren knelpunten lijken veelal mogelijk binnen de vereisten van de Europese richtlijnen. Dat wil nog niet zeggen dat zij in Nederland eenvoudig te realiseren zijn. De huidige ecologische en beleidsmatige ruimte is beperkt. De ecologische ruimte is beperkt door de veelal ongunstige staat van instandhouding van soorten en habitattypen en de huidige milieu- en ruimtedruk in ons land. Er zijn forse ingrepen nodig om deze trend te keren. Daarbij bestaan er verschillende circuits van besluitvorming: het politieke circuit (met meerdere bestuurlijke schaalniveaus), het interactieve circuit met stakeholders en het juridische circuit. Het opereren in meerdere circuits betekent vertraging bij het besluiten over aanwijzing, vaststellen van beheerplannen en vergunningen met gevolgen voor de effectiviteit, efficiëntie en coherentie bij uitvoering.

Een terugkerend achterliggend knelpunt is dat de Vogel- en Habitatrichtlijn een sectorale insteek vanuit natuur kent en daarmee een integrale aanpak op regionaal schaalniveau in de weg kan staan. Afstemming van de Vogel- en Habitatrichtlijn met milieubeleid en overige ruimtelijk beleid – ook op andere bestuursniveaus – is noodzakelijk om de doelen te bereiken. De uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn kent een eigen proces, met eigen actoren, eigen tijdslimieten en eigen begrotingen die allemaal weer anders zijn bij gebiedsontwikkeling op basis van bijvoorbeeld het Nationaal
natuurnetwerk, de Kaderrichtlijn Water of het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. De effectiviteit en efficiëntie van de uitvoering van de Vogel- en Habitatrichtlijn heeft zo te lijden aan een
gebrek aan coherentie met ander beleid en andere regelgeving. Dit dient op Europees niveau afgestemd te worden, zodat beleid op nationaal niveau in beheerplannen zo goed mogelijk integraal kan worden vormgegeven. Daarbij is actualisatie van Europese handreikingen in het licht van recente jurisprudentie wenselijk, bijvoorbeeld om vast te kunnen stellen dat (nieuwe) instrumenten gericht op het verbinden van natuur en economie voor het Europese Hof juridisch houdbaar zijn.

Het beleid rond de implementatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn kristalliseert zich evenwel steeds verder uit. De interpretatie van de Vogel- en Habitatrichtlijn wordt hierdoor steeds eenduidiger. Anderzijds zal altijd sprake zijn van belangentegenstellingen, waardoor besluitvorming vertraagd kan worden. De casussen tonen opnieuw aan dat uitvoering van de Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn een lange adem vergt en een precair evenwicht betreft tussen ecologische kennis, juridische mogelijkheden en beleidsmatige ambities.

Lees het rapport ‘Kansen en knelpunten bij de uitvoering van de Europese Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn’.